5 jaar geleden

Onderzoek GLI, naar wie verwijst de huisarts door

5 jaar geleden
Verwijzing door de huisarts
Om de GLI’s goed te laten lopen is het belangrijk dat er voldoende mensen instromen. En dus dat de huisartsenpraktijken voldoende mensen doorverwijzen. Niet alle huisartsen verwijzen alle mensen door die wel in aanmerking komen voor een GLI. Adrie Bouma heeft een promotieonderzoek gedaan naar factoren die meespelen bij de keuze van huisartsen om mensen wel of niet door te verwijzen. Het gaat hierbij om leefstijlinterventies breder dan de GLI alleen, maar wel gericht op verbetering van beweegpatroon.

Welke artsen verwijzen door?
Enkele feiten die uit het onderzoek komen:

•    Veel huisartsen onderschrijven het nut van leefstijlinterventies, maar ongeveer een kwart staat er neutraal tegenover
•    6 op de 10 ondervindt moeilijkheden in het verwijzen naar leefstijlinterventies
•    Ondanks dat 8 op de 10 de mogelijkheid heeft om te verwijzen naar programma’s in de regio, verwees maar de helft regelmatig patiënten door in het voorgaande jaar
•    Bijna 3 op de 10 overweegt (kort) bij alle patiënten of ze geschikt zijn voor een leefstijlinterventie

Ondanks dat veel artsen het nut onderschrijven, gebeurt doorverwijzing in de praktijk dus lang niet altijd en niet door iedere huisarts. Artsen die meer sociale steun ervaren van collega’s, en die praktisch gezien weinig problemen hebben met doorverwijzen, verwijzen duidelijk vaker door dan anderen.

Verder speelt de eigen leefstijl van de huisarts ook mee bij het wel of niet doorverwijzen. Beweegt de huisarts meer, en hecht hij of zij meer belang aan bewegen en gezonde voeding voor hem- of haarzelf, dan verwijst de arts vaker door.

Wie vindt de arts geschikt voor doorverwijzing?
Naast de factoren die te maken hebben met de arts zelf, spelen ook kenmerken van de ‘patiënt’ mee bij de overweging om wel of niet door te verwijzen. De patiënten die voldoen aan de volgende kenmerken komen eerder in aanmerking om doorverwezen te worden.
•    Westerse achtergrond
•    Met sterke motivatie voor deelname aan de interventie
•    Mensen met een inactieve leefstijl
•    Mensen met een ongezond voedingspatroon
•    Laagopgeleiden
•    Mensen met met lichamelijke klachten, zoals overgewicht, diabetes type 2, COPD en hartfalen.

Gebrek aan motivatie is juist een reden om niet door te verwijzen.

Het hele artikel lees je hier

Bron: allesoversport.nl
 
Meest recente artikelen