- Verslag symposium testen en meten

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr3 2014
Betrouwbare en werkbare gegevens

“VitalFitness versterkt de professionaliteit en de kwaliteit van de fitnessbranche.” Dit is de mening van Geert van der Veer, directeur HAN SENECA en THP², een bedrijf dat een management systeem heeft ontwikkeld waarin het hele proces van fitness tests en aanbevelingen voor activiteiten gezamenlijk automatisch gebundeld en systematisch verwerkt worden.

Testen

Al eerder werd voor de fysiotherapiepraktijken een dergelijk systeem onder de noemer Nederland Bewust Vitaal opgezet. Met VitalFitness richt men zich op de fitnessbranche die hiermee een methode krijgt om zich te onderscheiden en nieuwe doelgroepen aan te boren. Tenslotte biedt VitalFitness de mogelijkheid om samenwerkingsrelaties met andere zorgprofessionals te versterken. Het concept heeft een tweetal speerpunten: allereerst het testen en meten, monitoren en evalueren van de gezondheid van individuen. Dit gebeurt aan de hand van (digitale) vragenlijsten en fysieke testen. De vragenlijsten en de testen zijn betrouwbaar en valide. Getest wordt o.a. op BMI, Vetpercentage, Bloeddruk en Hartslag, Cholesterol, Glucose, Spirometrie, Knijpkracht en Sprongkracht. Alle test- en meetapparatuur werkt volledig geautomatiseerd. Doordat de testpersoon als invloedrijke variabele wordt meegenomen, zijn de testresultaten betrouwbaar en vergelijkbaar. De testen zijn gekoppeld aan de meest recente, nationale en internationale gezondheidsnormen. De klant ziet in één oogopslag waar verbetering mogelijk is aan de hand van het ‘stoplichtmodel’ (zie illustratie). De fitnessprofessional kan vervolgens een trainingsplan op maat opstellen, met als doel de individuele gezondheidsstatus te verbeteren.

Opleiding

Het tweede speerpunt is gericht op opleiden. Aan professionals die gaan werken met het test- en meetlaboratorium worden opleidingen aangeboden. In de eerste plaats om te leren werken met de apparatuur, maar ook om theorieën en modellen te leren kennen op basis waarvan programma’s worden samengesteld en waarmee voortgang- en bijstellingsbeslissingen kunnen worden genomen (evidence based werken).

Testapparatuur

De testapparatuur van TPH² waarmee gemeten wordt, bestaat uit verschillende configuraties variërend van een set van 7 tot 19 toestellen. Welke set geschikt is, hangt af van wat de ondernemer wil en het budget. Voor basismetingen is de set met 7 toestellen al in principe voldoende. Deze set kan geleast worden voor een vast bedrag per maand. Daarnaast betaalt de ondernemer een vast bedrag per maand voor de dataverwerking en rapportage. De fitnessondernemer kan de testruimte niet alleen inzetten voor zijn eigen leden, maar ook om extra omzetten te genereren door bedrijven en organisaties te benaderen. De investering kan snel worden terugverdiend. VitalFitness gaat graag met de ondernemer aan tafel om een persoonlijke kosten baten analyse te maken.

Voor meer informatie: www.vitalfitness.nl

testen en meten I branche actueel

body•LIFE 3I2014 I

I body•LIFE 3I2014

InnosportNL en SENECA:

Samen op onderzoek

Wie een University of Applied Science wil zijn, moet zich bewijzen in toegepast onderzoek. Zo weet Geert van der Veer, directeur van HAN SENECA, het expertisecentrum voor sport, arbeid en gezondheid van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN). En dus is de samenwerking tussen InnosportNL en HAN SENECA geïntensiveerd. ‘Ons mobiele laboratorium zal vaker opduiken op plekken waar jonge sporters zich verzamelen.’

“Eigenlijk is het verhaal vrij simpel”, legt Van der Veer uit. “Als je een kind test op aanleg voor obesitas, kun je eigenlijk net zo goed meteen meten welke sport het beste bij hem of haar past. Daar hoeven kinderen of de ouders ervan niets mee te doen, maar dat mag natuurlijk wel.”

Behalve uit deze ‘slimme sportkeuze’, valt er nog heel wat meer winst te boeken. Van der Veer: “De fysieke overeenkomsten tussen schaatsers en wielrenners zijn genoegzaam bekend. Maar is roeien bijvoorbeeld ook geen vergelijkbare sport? Nu is die tak van sport voorbehouden aan studenten, maar er zijn vast en zeker meer mensen die roeien een geweldige sport vinden. En die ook nog eens aanleg hebben.”

Voor Seneca is het verzamelen van data van eminent belang. “In principe gaat het bij ons altijd om onderzoek dat aansluit bij de markt. Seneca moet zijn eigen broek ophouden, want het kan natuurlijk niet zo zijn dat wij geld opmaken dat voor onderwijs bestemd is. In de praktijk wil dat zeggen dat wij gezondheidsmetingen verrichten bij bedrijven en overheidsinstellingen. Dat levert geld op.”

Bij deze ‘sportmetingen’ ligt dat verdienmodel ingewikkelder, geeft Van der Veer toe. “Maar ik bekijk het nuchter en volgens mij is daar geen speld tussen te krijgen; mensen die in beweging zijn en blijven, kosten de samenleving minder geld. Het voorkomen van diabetes op jonge leeftijd voorkomt dat je dertig, veertig jaar lang hoge gezondheidskosten hebt. Dus als kinderen enthousiast gemaakt kunnen worden om een bepaalde sport te gaan doen waarvoor ze aanleg hebben, vergroten we de kans dat ze gaan bewegen. Dat we dan ook talenten ontdekken is een prachtige bijvangst.”

InnosportNL heeft inmiddels laboratoria op ‘vaste plekken’. Zo is er een Heerenveen eentje die toegespitst is op schaatsen, Eindhoven heeft een zwemonderzoekscentrum in Den Bosch worden innovatieve ideeën voor turners getest.

InnosportNL en HAN SENECA gaan met name samenwerken in het Mobile Health and Performance Lab. De inmiddels beroemde truck van HAN SENECA staat binnenkort op plekken waar jonge mensen uit een specifieke sportrichting opduiken. Van der Veer: “Je moet bijvoorbeeld denken aan de RABO-fandagen, waar veel wielrenners op afkomen.”

Het mes snijdt aan meerdere kanten, stelt Van der Veer. “Bij de testen spelen studenten een belangrijke rol. Ze leren metingen te verrichten, en data op te slaan. En uiteindelijk zorgen al die verzamelde data ervoor dat er degelijk onderzoek verricht kan worden.”

Edities