- Retentiemanagement in de praktijk - 3

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr6 2013

I body•LIFE 6I2013

De functionele bewegingstest

Functioneel trainen blijft nog steeds als een ondergeschoven kindje in de schaduw hangen van programmalijn die door fitnesscentra of personal trainers wordt aangeboden. Hoewel wij in ons bedrijf al 19 jaar werken met functionele training, zie ik om me heen nog niet veel meer dan wat lunge-oefeningen of core-stability training. Maar functioneel trainen is veel meer, want hoe zit het met de schouderstabiliteit, de functie van nek en bovenrug, de voetstabiliteit, et cetera?

Nu is er sinds enige tijd een functionele bewegingstest op de markt die het antwoord lijkt te zijn op vele vragen. Maar is dat zo?! Of is het een snel en veel te breed interpreteerbaar commercieel product, waar iedereen zich in kan vinden, omdat het gestandaardiseerd is en (bijna) niemand beter van wordt? Juist omdat het gestandaardiseerd is. Om bij dat laatste maar even te beginnen. Wanneer de mens als een blokkendoos samengesteld zou zijn uit, voor iedereen, procentueel even grote delen met de zelfde spieropbouw, lengte en dikte en zelfde zenuwaansturing, dan zou een dergelijk gestandaardiseerde test prachtig zijn.

Maar elk mens is gelukkig anders en de wetten die voor de één gelden, gelden niet voor de ander. Dus een gestandaardiseerde test is op zijn best goed voor een klein deel van de klanten met of zonder blessures. Het is met een gestandaardiseerde test net als met zoveel andere onderzoeken en protocollen in de (medische) trainingswetenschap. De uitkomst is altijd sterk afhankelijk van de interpretatie tijdens de onderzoeken/testen. Als de onderzoeker kijkt naar alle functionele aspecten, zal de uitkomst/ het resultaat accuraat kunnen zijn. Echter een dergelijk protocol leidt er vaak toe dat jan en alleman aan de hand van ‘een lijstje’, een snel oordeel denkt te kunnen vellen. Dat even over een gestandaardiseerde test in het algemeen.

Nu even over een test die in de VS is ontwikkeld en die bedoeld is als screen voor coaches en trainers om preventief, bij gezonde atleten, vooraf te kijken of er risico’s zijn op blessures. Een prachtig ontwikkeld middel dat uitgaat van gestandaardiseerde tests bestaande uit:

• Een volledige squat met armen hoog;

• Een overstap;

• Een volledige instapbeweging;

• Schoudermobiliteit;

• Actieve straight-leg-raise;

• Push-up;

• Rotatiestabiliteit romp.

Voor elke test geldt: Er moet gekeken worden naar de volledige uitvoering van de beweging en er is een criterialijst waarop gescoord wordt in 3 tot 0 punten op basis van:

• kan de beweging volledig uitgevoerd worden zonder compensatoire bewegingen (3 punten)

• kan de beweging volledig uitgevoerd worden met compensatoire bewegingen (2 punten);

• kan de beweging slechts gedeeltelijk uitgevoerd worden (1 punt);

• Of treedt er pijn op (0 punten).

Stel dat iemand de beweging volledig uit kan voeren. Dan moet er dus gekeken worden of dat met of zonder compensaties gebeurt. Worden die compensaties dan herkend en worden ze goed geïnterpreteerd? En wat gebeurt er als iemand aangeeft pijn te hebben? Wat is dan de oorzaak van deze pijn?

Met andere woorden, het is prachtig om een beweging aan een gradatie raamwerk op te hangen, maar de uitslag geeft alleen een indicatie of er een risico op blessure is. Eerlijk is eerlijk, de test is door de ontwikkelaars ook bedoeld als onderdeel van een sportmedisch, snelheid en prestatieonderzoek. Helaas wordt de test commercieel door organisaties vaak neergezet als het antwoord voor functioneel trainen. En dat terwijl het geen uitsluitsel geeft over de reden waardoor de compensaties ontstaan, waarom er pijn is en al helemaal niet waar die pijn vandaan komt.

Conclusie

De Functionele Bewegingstest behoort dus een onderdeel te zijn van een totaal onderzoek. Als zodanig is deze test ook door zijn ontwikkelaars in de markt gezet en kan deze waardevol zijn. We gaan echter pas winst behalen wanneer de rest van het onderzoek bestaat uit het analyseren van de compensaties en deze analyse omgezet gaat worden in een effectief trainingsprogramma om deze compensaties te controleren en een functionele balans te creëren. Deze functionele balans is dan weer de basis om de trainingsdoelen (snelheid/prestaties/welzijn/arbeid) op te gaan bouwen. De test moet dus niet gezien worden als een losstaand antwoord op de vraag of een klant functioneel gezien geslaagd is en dus ongebreideld kan gaan trainen. De test is ook geen uitgangspunt om op die bewegingen te gaan trainen want de bewegingen in de test zijn gebaseerd op het uitvoeren van bepaalde sportprestaties en geen training op zich.

test I health

Lilian Rijfkogel, LPT; C.E.A.S.

Artros Healthfocusâ„¢, HQ: Almenseweg 3; 7231PG Warnsveld

Facility location: Heliumstraat 9; 7463PL Rijssen, T: 06-53614366

E: lilian@artros.nl

body•LIFE 6I2013 I

Edities