- 25 jaar EFAA

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr9 2013

I body•LIFE 9I2013

De mens achter Perry Ubeda

Foto’s: Copyright 2013 Inbeelderl, fotografie: Bas Stijntjes, www.inbeelder.nl

body LIFE: Uw bijnaam is Dynamite, maar wie is nu eigenlijk Perry Ubeda?

Perry Ubeda: Die bijnaam kreeg ik vanwege mijn explosieve vechtstijl. Snel trappen, snel en hard slaan. Maar wie is Perry Ubeda? Een 42-jarige rasechte Nijmegenaar, waar ik heel trots op ben. Ik doe al 33 jaar aan vechtsport, en dat is mijn lust en mijn leven. Ik heb meer bereikt dan ik ooit dacht te kunnen bereiken. Ik wilde vroeger ooit Nederlands kampioen worden, en inmiddels ben ik 9-voudig wereldkampioen in 4 verschillende vormen van kickboxen. Ik heb in 6 verschillende vechtsporten wat prijzen gehaald, maar die tijd zit erop. Ik ben 42, dus dan is het over met de wedstrijdsport. De laatste jaren ben ik bezig op het sociaal-maatschappelijk vlak. Ik ben docent weerbaarheid en agressieregulatie, werk met jongeren die een gedragsstoornis hebben.

bL: Terug naar school, dus?

PU: Ik heb geen enkele school afgemaakt, de enige school waar ik graag naartoe ging was de sportschool. Maar nu ben ik inderdaad op scholen te vinden, want ik geef daar sportles. Wat de sport voor mij gedaan heeft, waar ik nog steeds met hart en ziel achter sta, dat probeer ik aan mijn leerlingen over te brengen.

bL: Maar dan gaat het niet meer over het vechten, maar over de levenshouding?

PU: Ja, maar niet zozeer in de sport. In een boksschool moet je trainen, het maakt niet uit of je niet goed in je vel zit, je moet trainen want over een paar weken heb je een wedstrijd. Heb je de dag van je wedstrijd slechte zin, dan krijg je een pak slaag. Maar het hield een keer op voor mij: leeftijd, blessures. Ik was zelf geen top kickboxer meer, en kreeg wat meer rust – en ik ging wat meer kijken naar de mens achter de vechtsporter. Dat is een geleidelijk proces geweest, ik ben er anderhalf jaar mee bezig geweest om te zeggen: nu stop ik met mijn sportschool. Dat was moeilijk, want het was mijn levensstijl, ik liet leerlingen achter en ik stapte uit mijn vaste ritueel. Maar ik denk dat het een heel goede keuze is geweest. Ik ben nu nog steeds met mijn sport bezig, maar met een andere insteek. Leerlingen niet leren boksen om een ander uit te kunnen schakelen, maar om ze zelfvertrouwen te geven.

bL: Maar die agressie dan?

PU: Met agressieregulatie geef ik iemand wel eens een pak slaag – zonder hem te beschadigen natuurlijk – om hem te laten voelen: dit doe je bij anderen. Die voelen zich nu misschien minderwaardig omdat ze slaag hebben gekregen. We gaan proberen te voorkomen dat je dat anderen aandoet.

bL: Wat is uw levensmotto?

PU: Ik geloof in: wie goed doet, goed krijgt. Wat je geeft, krijg je ook weer terug. Het klinkt misschien stom, maar ik denk dat je daar op de een of andere manier voor wordt beloond. Het ‘ik, ik, ik en de rest kan stikken’, dat heb ik wel gehad, een grotere egoïst dan een topsporter kun je niet hebben, dat moet ook, anders bereik je de top niet. Dat heb ik gehad, die periode. Voor mijn gevoel ben ik nu een heel ander persoon dan 15 jaar terug.

bL: Maar kickboxen heeft toch een slecht imago?

PU: Ikzelf heb daar geen problemen mee. Ik heb gelukkig in Nijmegen een goede reputatie opgebouwd als ‘net’ persoon, hoe je het ook maar wilt noemen, vooral als boks- en kickboxdocent. Maar sportcollega’s van mij, daar hoor ik andere verhalen van. Als ik vertel dat ik een onderscheiding heb gekregen van de burgemeester, dat ik samenwerk met de gemeente en met Sportservice Nijmegen, dan kijken ze raar op: ‘Werk jij met de gemeente samen? Daar komen wij niet eens binnen!’ Het verschilt enorm per persoon. Of per gemeente, maar ik heb er geen last van. Maar zo iemand als Badr Hari heeft het imago van de sport geen goed gedaan.

bL: Voelt u zich een rolmodel?

PU: Ja, dat ben ik zeker. Dat wil ik niet bewust zijn, ik streef er niet naar, maar ik houd er wel rekening mee. Een voorbeeld: ik vind het lekker om te gaan stappen. Dan kom ik mensen tegen die me herkennen en met me op de foto willen gaan. Als ik dan een lekker pilsje aan het drinken ben, zet ik het glas even weg. Dat komt niet op de foto. Dus ik probeer er bewust mee om te gaan. Ook niet arrogant zijn, die mensen zijn jouw fans, en ze hebben betaald om jou te zien vechten, zij hebben je loon betaald. Menig topsporter vergeet dat wel eens: nu zijn ze topsporter, en dan hebben ze geen tijd meer om een handtekening weg te geven.

bL: Heeft u een voorbeeld, een idool?

PU: Vroeger vond ik Andre Brilleman een geweldige vechter. Rob Kaman was ook een voorbeeld, helaas heb ik nooit tegen hem kunnen vechten: toen ik wedstrijden begon te vechten, stopte hij er net mee, jammer. En vroeger: Bruce Lee. Terwijl het een acteur was, maar dat weet je als kind niet. Overigens bleek dat ik een voorbeeld ben geweest voor Badr Hari, dat vertelde hij laatst. Wat dat betreft: Badr zou een heel goed positief voorbeeld kunnen zijn voor de Marokkaanse jeugd. Alleen: hij is daar denk ik nog niet mee bezig. Hij is bezig met vechten en geld verdienen. Als hij die voorbeeldfunctie nu al zou gaan dragen, heeft dat op de jongeren een heel andere invloed. Ik vind dat een beetje jammer.

bL: Waar heeft u de grootste hekel aan?

PU: De grootste hekel heb ik denk ik aan chagrijnige, haatdragende mensen. Mensen die constant met een wrok rondlopen en een nors gezicht. Ik zelf ben over het algemeen altijd wel positief. Ik haal uit het negatieve altijd wel iets positiefs. Er is al zoveel negativiteit in de wereld, als ik dan ook nog chagrijnig ga rondlopen, nee dat doe ik niet.

bL: Wat is uw grootste zwakte?

PU (na lang nadenken): Mijn grootste zwakte op het zakelijk vlak is dat ik niet mee wil gaan met de moderne technologie. Ik heb geen computer. Ik heb een smartphone, daar kan ik mails mee versturen en ontvangen, en ik heb een website, maar die is door een student van mij gemaakt. Ik heb ook liever persoonlijk contact dan via de mail. Dat is dus eigenlijk zakelijk mijn grootste zwakte, want we leven in een tijd waarin je onderhand gedwongen wordt om alles via internet te doen. Mijn grootste zwakte op persoonlijk vlak is misschien wel dat ik overal het goede in zie. In de wereld geldt het recht van de sterkste. Ik ben niet sterk, maar ik kan wel goed vechten. Daar maak ik geen gebruik van, daar heb ik ook geen zin in. Dat is denk ik mijn zwakte, maar daar heb ik geen last van.

bL: Wat wilt u ooit nog doen in uw leven?

PU: Lekker doorgaan waar ik nu mee bezig ben. Ik heb een hobby: enduro rijden, en daar zou ik wel meer tijd aan willen besteden. Van boksen gaat mijn hartslag niet omhoog, dat is mijn werk. Een levensdroom? In Spanje een mooi huis met een flink stuk land erbij waar ik dan enduro zou kunnen rijden. Maar ja, dan moet je de Lotto winnen.

bL: U bent niet schatrijk geworden door al die titels?

PU: Nee, ik heb de pech: ik had nu 20 moeten zijn. Wat je tegenwoordig per wedstrijd verdient, dat is een veelvoud van wat ik kreeg. Denk 40, 50 keer zoveel. Financieel heb ik eigenlijk niets verdiend aan het vechten, maar ik ben er een rijk mens door geworden qua ervaring. Met wat ik in mijn sport heb bereikt, kan ik nu mijn werk doen, ik verdien mijn geld door mijn ontwikkelde kennis in de vechtsport. Ik ben een tevreden mens. Ik heb alles goed voor elkaar en ik vind het best.

bL: Is boksen of kickboxen de ideale manier om fit te worden en te blijven? Je ziet namelijk tegenwoordig allerlei activiteiten in de fitnessclubs die op de een of andere manier een relatie hebben met boksen of kickboxen.

PU: Ik vind boksen de ultieme bewegingssport omdat je niets kunt uitschakelen. Bij boksen is je lichaam met een complete workout bezig. Je bent aan het springen, aan het duiken, je traint je bilspieren, je schouders, je torso, je rug, je buik, je nek, je armen. Je ziet het ook aan het lichaam van een profbokser, hoe dat ontwikkeld is. Symmetrisch. En ik vind het een goede trend, er zijn nu heel veel mensen die aan een vorm van bokszaktraining doen die normaal iets tegen vechtsport hadden. Die dat maar een heel rare wereld vonden, het ging alleen maar om het in elkaar slaan van anderen. Terwijl ze nu zien: he, je moet rekening houden met elkaar, je moet samenwerken, afspraken maken. Dat is vechtsport ook, dat is constant afspraken maken, er zijn regels waar je je aan moet houden, en daar komen ze nu een beetje achter. Dus voor de bokssport is het een goede doorbraak. Het gaat mij erom dat ze zien dat het meer is dan alleen elkaar de kop eraf te slaan. Mensen die er geen verstand van hebben, zien alleen twee kerels die elkaar knockout proberen te slaan, maar er gebeurt zoveel meer. Coördinatie, kracht, snelheid, mentaliteit, doorzettingsvermogen enzovoort. En dat fitnessboksen, zo zal ik het maar even noemen, kan dan een mooie opstap zijn. Dus ja, ik vind het een heel goede ontwikkeling voor de bokssport.

bL: Wilt u nog iets toevoegen?

PU: Momenteel ben ik veel bezig met gedragstraining, agressieregulatie, weerbaarheidstraining, anti-loverboys training, en ik geef af en toe nog clinics. Maar wat ik zou willen meegeven aan de lezers, is: mocht je door mijn verhaal geïnteresseerd zijn geraakt in boksen of kickboxen, ga dan eerst eens bij meerdere scholen kijken. Waarom? In Nederland heb je verschillende boksscholen en boksleraren en ik pas misschien als leraar wel bij jou, of juist niet, en een andere leraar wel. Je moet die klik hebben met iemand. Er zijn nogal wat scholen waar je kickboxtraining kunt krijgen, met verschillende docenten, en zoek dan uit met wie je wel die klik kunt krijgen. Maar ga gewoon eens kijken bij een school, wat daar gebeurt. Men heeft nog het idee dat in zo’n school alleen maar van die macho’s rondlopen, strak van de anabole steroïden. Maar er loopt van alles, van directeuren tot straatschoffies, van mannen met 30 kilo overgewicht tot meisjes die zich willen kunnen verdedigen. Maar ook inderdaad jongens die aan het trainen zijn voor een wedstrijd. En dat loopt allemaal door elkaar rond. Vechtsport verbroedert enorm. Leken, buitenstaanders begrijpen daar geen bal van. Kort door de bocht: op het moment dat ik met jou in de ring sta, probeer ik je kop eraf te slaan. Dat klinkt cru, ja. Maar ik wil winnen. Maar als ik gewonnen heb en jij hebt een zware blessure opgelopen, dan ga ik na de wedstrijd wel even bij je langs om te vragen hoe met met je is. En als je door die blessure over twee weken die wedstrijd niet kunt vechten, dan is dat klote voor je, want dan verdien je je geld niet. Dat menselijke aspect, dat zien buitenstaanders vaak niet. Wij slaan elkaar niet om elkaar pijn te doen, maar omdat dat in onze sport nu eenmaal mag. Van de andere kant: discipline. Die is enorm, vooral in de vechtsport.

www.perryubeda.nl

In de rubriek De mens achter… interviewen we mensen (sporters) die in hun discipline veel bereikt hebben. Dit ter inspiratie van anderen. Dit keer: Perry Ubeda, 9-voudig wereldkampioen in 4 verschillende vormen van kickboxen.

Edities