- Column Marie-Anne van Laak

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr9 2013

BellyAttack® groot succes bij Sportcentrum Waregem

De Milon only club in Waregem werkt inmiddels 2,5 jaar succesvol met het BellyAttack® concept. De banden worden enkel en alleen aangeboden in combinatie met de Milon Cirkel, hetgeen erg goed werkt. Binnen het centrum kan de klant kiezen voor een 12 of 18 maanden contract, met of zonder BellyAttack®. Voor het Milon + BellyAttack® abonnement betaalt de klant €10,- extra per maand, t.o.v. het Milon Only abonnement. Deze vorm van upselling heeft er in geresulteerd dat 83% van alle leden hier momenteel gebruik van maakt. Dit komt neer op een omzetstijging van €60.000,- per jaar. Een super resultaat, bereikt door het slim aanbieden van het BellyAttack® concept. Op deze manier heeft BellyAttack® aangetoond een toevoeging te zijn op de al zo succesvolle Milon-cirkel. Inmiddels is bij 50% van de Milon centra in Nederland ook BellyAttack® toegevoegd aan het aanbod. Mede door de simpelheid van de implementatie en een sterke marketingstrategie is dit succes mogelijk gemaakt.

4 weken lang kans op mooie prijzen

Vanaf 1 december konden er prachtige prijzen gewonnen worden met de online Adventkalender van body.LIFE, Greinwalder & Partner en Gantner. Elke dag opende een nieuw vakje en kon de dagvraag beantwoord worden. Verloot werden o.a. ledenmotivatiespellen, leestafelabonnementen Sport & fitness magazine en Media Markt waardebonnen.

De door Greinwalder & Partner ontwikkelde marketingtool is een leuk en spannend spel voor klanten van fitnesscentra dat tevens geschikt is om nieuwe contactadressen te verzamelen. Ideaal voor samenwerking met partnerbedrijven en in combinatie met een social network.

Belangstellenden voor dergelijke acties kunnen contact opnemen via info@greinwalder.com

100 VES leden

Begonnen met 5 sportscholen in 1983 heeft de VES op 1 november 2013 de mijlpaal van honderd aangesloten sport – en fitnesscentra bereikt. VES clubs richten zich op excellente service en aandacht voor de klant, aantoonbare kwaliteit en resultaatgerichte begeleiding. Hieronder belangrijke voordelen van het VES lidmaatschap opgesomd.

- Een uniek netwerk van stand alone fitnesscentra die kiezen voor kwaliteit.

- Kennis en kunde worden onderling gedeeld waardoor trends en ontwikkelingen razendsnel worden opgepikt.

- Gratis VES marketingacties.

- Zes werkgeversbijeenkomsten per jaar.

- Altijd voorop lopen op uw concurrenten.

- Kortingen en voordelen bij alle belangrijke partners in de branche.

- Samen inkopen en voordeel creëren.

- U kunt zich profileren als het fitnesscentrum met kwaliteit en aandacht voor de klant in uw regio.

- Profiteer van ondernemers met ervaring in ‘het vak’.

Onderschrijft u bovenstaande kernwaarden? Meld u dan aan!

Coen Langstraat

coen@ves.nl www.ves.nl 010-4742658 06-41979434

Crëer je eigen functionele trainingsvloer

Vanaf nu is het mogelijk om bij Mansom Fitfloor je eigen functionele trainingsvloer te ontwerpen. Dit houdt in dat op de vloeren uit de Fitfloor collectie een grote diversiteit van patronen kan worden verwerkt ten behoeve van trainingen en (functionele) trainingstoestellen.

Mansom Fitfloor heeft een reeds van ontwerpen waaruit je kan kiezen zoals: Running- en Sprinttrack, Oefenladder, Cirkels, Hexagon, Coördinatiekompas en teksten. Maar ook kan je je eigen ontwerp of logo laten verwerken. De patronen kunnen in iedere ruimte op elke gewenste positie worden verwerkt.

Neem voor informatie en / of een vrijblijvende afspraak met één van onze adviseurs contact op met Mansom Fitfloor via telefoonnummer: 035-6550510, mail@mansom.nl, www.mansomfitfloor.nl.

nieuws I business

body•LIFE 9I2013 I

I body•LIFE 9I2013

Verantwoord afvallen

Veel mensen gaan naar een fitnessclub om af te vallen. Dat die mensen in beweging komen, is al een grote stap. Maar wat echt helpt om af te vallen, is een totale aanpak: het veranderen van de leefstijl. Daarbij kan de ondersteuning van een gewichtsconsulent veel betekenen. body•LIFE sprak met Marianne Kramer, voorzitter van de Beroepsvereniging Gewichtsconsulenten Nederland (BGN).

bL: Waarom een vereniging van gewichtsconsulenten?

Kramer: De oprichting van de BGN had een aanleiding en een reden. De aanleiding was dat in 2004, een van onze mede-oprichters contact had met Achmea zorgverzekering, of haar consulten vergoed zouden kunnen worden. Achmea stond daar in principe wel voor open, maar ze wilden dat er een beroepsorganisatie achter stond. Want ze wilden niet dat straks allerlei gewichtsconsulenten of leefstijlcoaches of hoe ze zich ook noemen individueel bij hen zouden aankloppen. Bovendien zou een beroepsorganisatie een bepaalde kwaliteit kunnen borgen, dan konden ze daar zaken mee doen. De reden waarom wij uiteindelijk de beroepsvereniging hebben opgericht, was dat wij de belangen van onze leden willen behartigen en het beroep onder de aandacht willen brengen. Dat is ook waar wij het meest mee bezig zijn, in ons beleid en onze uitvoering. En sindsdien zijn er steeds meer zorgverzekeraars die ons vergoeden, inmiddels meer dan 30.

bL: Kan ik de BGN beschouwen als een soort BOVAG voor de gewichtsconsulenten?

Kramer: Wijzelf vinden het meer een kwaliteitskeurmerk. De mensen die zich bij ons aansluiten moeten aan een heleboel voorwaarden voldoen. Een van die voorwaarden is dat onze leden geen afslankproducten of maaltijdvervangers mogen verkopen. Veel sportscholen verkopen maaltijdvervangers in een afslankprogramma, wij vinden dat mensen hun leefstijl moeten veranderen.

Wij vinden het ook noodzakelijk dat je aan de consument laat zien dat hij met een gekwalificeerd persoon te maken heeft. Het is namelijk een vrij beroep, het is niet beschermd. Iedereen kan zich gewichtsconsulent noemen. Want iedereen denkt ook dat hij iets van voeding weet. Dat is misschien ook wel zo, maar slechts tot een bepaalde hoogte. Onze 1.300 leden hebben een door ons geaccrediteerde opleiding genoten. Daarnaast moeten ze zich ook nascholen en bijscholen, en dat is best pittig. Die nascholingen zijn heel divers, zowel qua onderwerp als qua kosten. Dat kan zijn op het gebied van bewegen, coachen, voeding, enzovoort.

bL: Hoe kijkt de eerstelijns zorg tegen de BGN aan?

Kramer: We zijn druk bezig met het opbouwen van de relatie met de eerstelijns zorg, zoals de huisarts, de praktijkondersteuner en de fysiotherapeut. Die huisarts verwijst zijn patiënten nog te weinig naar een erkende gewichtsconsulent. Dat heeft met twee dingen te maken: de lokale gewichtsconsulent moet zijn eigen praktijk promoten, al zijn al veel van hen ondernemend genoeg om naar die huisarts te stappen om zich te presenteren. Helaas is er bij veel huisartsen nog een bepaalde drempelvrees voor de gewichtsconsulent omdat hij nog niet zo goed weet wat die gewichtsconsulent doet. En wat zijn meerwaarde is ten opzichte van een diëtist. En wat de opleiding nu eigenlijk inhoudt. Dat heeft er mee te maken dat de opleiding gewichtsconsulent ooit begonnen is als een cursusje van de LOI. Dat zit in nog veel hoofden van die artsen, maar inmiddels zijn er veel meer eisen aan gesteld, is de opleiding verder uitgewerkt en is het beroep meer geprofessionaliseerd.

bL: Wat is dan die meerwaarde?

Kramer: Als gewichtsconsulent geven we voedings- en beweegadvies, en coachen mensen naar een gezond leefpatroon. We hebben dus vaardigheden op het gebied van gespreks- en coachingstechnieken maar als het te complex wordt en er moet bijvoorbeeld een psycholoog aan te pas komen, dan verwijzen we door. Heeft iemand een dieet nodig, dan verwijzen we door naar een diëtist. Heeft hij een trainingsprogramma nodig, dan moet hij naar een instructeur. Je moet dus je grenzen erkennen en herkennen. Je kunt het niet allemaal zijn – tenzij je alle opleidingen gevolgd hebt. Je hebt een vak en dat heeft bepaalde grenzen, en wij als BGN vinden dat je je daar dan ook aan moet houden. In de opleiding besteden we wel aandacht aan al die nevenaspecten, motivational interviewing, allerlei vormen van coachingstechnieken kun je je eigen maken, enzovoort. Maar er zitten wel grenzen aan. De gewichtsconsulent kan wel herkennen dat iemand bijvoorbeeld een psycholoog nodig heeft, en die stuurt hem dan ook door – maar dat wil niet zeggen dat hij die persoon niet kan blijven begeleiden als gewichtsconsulent. Alle gewichtsconsulenten kunnen ook beweegadvies geven, dat hoort bij het stuk afvallen. Hij gaat dan samen met de klant kijken wat goed bij hem past, wat past in zijn leefprogramma, wat heb je nodig? Je gaat zoeken naar de beweging die bij die persoon past. En als je een goed samenwerkingsverband hebt met beweegprofessionals, dan kun je daar mee samenwerken. De gewichtsconsulent legt de focus vooral op het stukje voeding en voedselkeuze. Daarbij wordt het leefpatroon van de cliënt bekeken en aan de hand van persoonlijke aspecten wordt een voedingsadvies gegeven. In het begleidingstraject dat over het algemeen enkele maanden tot een jaar duurt, wordt de cliënt wegwijs gemaakt in zijn goede voedselkeuze en gecoacht naar een gezond leefpatroon.

bL: Heeft een fitnessclub/sport-school voldoende kennis in huis?

Kramer: Dat hangt af van de sportschool. De gemiddelde sportschoolinstructeur krijgt in zijn opleiding wel iets over voeding, maar dat is niet voldoende om mensen verantwoord te kunnen begeleiden in hun afvalproblematiek. De gewichtsconsulent kan dat wel, en kan zijn expertise inzetten binnen de sportscholen. Het is natuurlijk super als een instructeur of personal trainer daarnaast ook een opleiding als gewichtsconsulent doet, dan combineert hij twee vakgebieden in één. Maar vanuit zijn sportopleiding heeft hij die kennis niet en ik denk ook dat hij niet voldoende tijd heeft om die persoon daar intensief in te begeleiden. Vergelijk het met de gewichtsconsulent die ook iets over bewegen heeft gehad. Die kan geen training geven. Wat dat betreft zou elke fitnessinstructeur een aanvullende cursus voeding moeten doen, en als hij zich dan ook nog aansluit bij onze vereniging… Dat betekent een meerwaarde voor ons, maar zeker ook voor hem, en de club waar hij werkt. Een win-winsituatie, ik zie hier enorm veel kansen voor sportscholen om hun imago te versterken, want als je klanten betere resultaten behalen, dan blijven ze, dan kun je ze vasthouden.

bL: Zou elke goede gewichtsconsulent vergoed moeten worden door de zorgverzekering?

Kramer: Hoe bepaal je of iemand goed is? Welke criteria hang je daar aan? Wij van de BGN hebben een aantal voorwaarden waar je aan moet voldoen, waarvan wij denken dat het helpt een goede gewichtsconsulent te zijn, maar het is uiteindelijk afhankelijk van de persoon zelf. Ik denk dat je in ieder geval open moet staan voor de hulpvraag van je klant. Goed luisteren, goed coachen. En een klant niet opzadelen met standaard dingen, elke klant is uniek. Maar ook kritisch zijn naar jezelf. Intervisie doen met andere gewichtsconsulenten, je op de hoogte houden van ontwikkelingen, altijd kritisch zijn naar de nieuwste ontwikkelingen, niet zomaar ergens achteraan lopen maar altijd kritisch kijken: wat is hiervan waar, hoe komen ze aan die informatie? Ik denk dat je dan wel een goede gewichtsconsulent bent. Maar het begint natuurlijk met kennis van zaken.

De bij de BGN aangesloten leden voldoen in ieder geval aan een aantal kwaliteitseisen. Zorgverzekeraars hebben daar vertrouwen in, want veel van hen vergoeden de BGN-gewichtsconsulent.

bL: Beseffen de zorgverzekeraars wel voldoende dat preventie in hun voordeel is? Want mensen met overgewicht hebben vaak wel ergens last van.

Kramer: Ze zien natuurlijk ook de noodzaak van preventie. Als mensen niet ziek worden, levert hen dat uiteindelijk ook winst op. Alleen, ze zullen wel in een bepaalde mate moeten investeren in preventie, maar ze hebben ook nog de kosten van de ziektes die ze moeten vergoeden. Dus ze hebben in een bepaalde periode heel veel kosten. En ze zitten met de vraag: hoe gaan we dat dan doen? En heel veel zorgverzekeraars vinden dat zij een zorgplicht hebben, en geen preventieplicht. Als dat in hun beleid zit, zal dat niet zo snel veranderen. Dan zal dat toch van overheidswege opgelegd moeten worden. Persoonlijk vind ik wel dat er meer gedaan moet worden aan preventie, maar het gaat te ver om dat allemaal te laten betalen door de gemeenschap. Je ziet wel dat als mensen ergens voor moeten betalen, dat het ook meer waarde voor hen krijgt. Mensen die het zelf moeten betalen, zijn meer gemotiveerd. Als jij naar de sportschool gaat en de overheid betaalt jouw contributie, dan kom je negen van de tien keer niet omdat het toch wel door een ander wordt betaald. Daar zit dus wel een spanningsveld. Waar ligt die verantwoordelijkheid? Ik denk bij zowel overheid als individu.

Kramer sluit af: We hebben een beroepscompetentieprofiel: wat doen we, welke vaardigheden hebben onze leden? Het is voor sportschoolhouders best interessant om dat eens door te lezen, om misschien tot een samenwerking te komen. Wat kan die gewichtsconsulent voor mij betekenen? Via de website kan dat profiel worden bekeken: www.gewichtsconsulenten.nl.

Edities