New Line Report HDD Groep

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr3 2011

I body LIFE 3I2011

In elke branche gebeurt het zoals bijvoorbeeld in de hotelbranche: op een bepaald moment leidt de differentiatie en segmentatie tot een duidelijke herkenbaarheid van kwaliteit en service. Binnen de hotellerie is gekozen voor een 5-sterrensysteem, binnen de restaurantbranche voor een 3-sterrensysteem, andere branches kiezen voor een kwaliteitskeurmerk zoals BOVAG (automotive, rijschoolhouders), Bouwgarant (aannemers), CBF (Fondsenwerving), FSC (Forest Stewardship Council, keurmerk voor houtproducten), HKZ (zorg en welzijn), KEMA keur (elektronische producten), Oogmerk (opticiens) en zo hebben wij ons eigen Keurmerk Fitness.

Sterren systeem voor de fitness branche?

Een belangrijke vraag die we onszelf moeten stellen is: op welke manier moet ons keurmerk ontwikkelen en bekend worden bij de consument? Een eerste ontwikkeling is de Keurmerk Fitness PLUS certificering, waar sportcentra vanaf najaar 2011 op gekeurd kunnen worden. In deze PLUS certificering wordt gekeurd op de waarborging binnen de organisatie om specifieke doelgroepen kwalitatief te kunnen blijven begeleiden.

Wat veel ondernemers binnen de fitnessbranche zich echter afvragen is: is een keurmerk PLUS genoeg om ons goed te kunnen positioneren ten opzichte van de sterk in opkomst zijnde low budget centra? Moet er niet een 4-sterren (3 en 5 is er immers al) keurmerk komen voor de fitnessbranche? De eerste grote uitdaging waar je dan tegenaan gaat lopen vormen de criteria. Binnen de hotelbranche staan de sterren voor facilitaire en service kwaliteit, maar ook voor de hoeveelheid faciliteiten die aangeboden worden. Binnen de fitnessbranche zouden dan kleine, kwalitatieve centra de 3e en 4e ster aan hun neus voorbij zien gaan omdat ze maar één of twee activiteiten aanbieden. Uitsluitend de grote sport- en spa centra zouden de hoogste waardering kunnen behalen, dat streeft ons doel dus voorbij.

De discussie over een herkenbaar kwaliteitkeurmerk is dus begonnen. Marktpartijen creëren zo hun eigen merknaam en trachten daarmee hun positionering te versterken. Zo is de VES (Vereniging Exclusieve Sportcentra), een netwerk van bijna 90 sportcentra, zichzelf al jaren aan het positioneren met eigen campagnes en een eigen magazine. Ook LACO is een sterk merk binnen de branche en de laatste jaren timmert WellnessClubs flink aan de weg om zich als Wellness netwerk te positioneren. Wat we nog missen in dit rijtje is een hoogwaardig kwaliteit service netwerk, een netwerk dat voldoet aan de behoefte van de zorgsector en overheid op het gebied van beweegbegeleiding van speciale doelgroepen.

De eerste stappen zijn al jaren geleden genomen, bij de start van Lerf vanuit Fit!vak en daarna de ISO certificering opleidingen door EFAA. Deze sportcentra committeren zich aan een controleerbaar kwaliteitszorgsysteem. De volgende stap is genomen door Fit!vak met de formulering van de PLUS criteria afgelopen jaar en dit jaar. Een volgende stap heeft EFAA ingezet met de vorming van een Nationaal Netwerk van Leefstijl- en Preventie centra. De PLUS criteria spelen een centrale rol binnen dit netwerk, echter dit netwerk gaat een paar stappen verder. Naast het voldoen aan de criteria gaat dit netwerk de eigen resultaten meten en aantonen en preventie programma’s aanbieden die afgestemd zijn op de zorg. Ook worden vanuit dit netwerk gevalideerde leefstijl- en beweegprogramma’s en educatie aangeboden aan particulieren, waarin de internationale beweegnorm (Schijf van 3) een belangrijke leidraad vormt. Dit worden de leefstijl kenniscentra van Nederland.

Zal de branche veranderen in een preventie branche? Zeker niet. Hoewel we in potentie wel een leefstijl- en preventie netwerk zijn, veel ondernemers zullen niet kiezen voor doorlopende competentie ontwikkeling van medewerkers, voor het werken met gestandaardiseerde begeleidingprotocollen, voor het samenwerken in een landelijk netwerk en ‘gezonder maken van leden’. Veel ondernemers bieden gewoonweg een gezellige of goedkope plaats om te sporten. Ook voor deze concepten is er gewoon een grote markt. Niet iedereen koopt bij AH, ook de Lidl’s doen prima zaken. Ondernemers echter met een heldere visie op kwaliteit, een passie voor het resultaat en intrinsieke behoefte om te blijven werken aan de ontwikkeling van een positieve beleving voor onze leden bij elk bezoek, zullen wel deze keuze maken om leefstijl- en preventie centrum te worden. Misschien is dit slechts 10 a 15% van de markt, of toch meer? Door het bundelen van ondernemers met een overeenstemmende visie, is een belangrijke stap gezet in de ontwikkeling naar het nieuwe 4-sterren leefstijl- en preventie netwerk van Nederland.

Is dat genoeg, gezien het vraagstuk van een zichtbaar en bekend keurmerk voor de branche? Waarschijnlijk niet. Je hebt straks Budget, reguliere sportcentra, netwerken (zoals VES), ketens, vrouwen centra, personal training studio’s, leefstijl- en preventie centra en meer. Misschien dan toch die 4 sterren?

Een belangrijke vraag die we onszelf moeten stellen is: op welke manier moet ons keurmerk ontwikkelen en bekend worden bij de consument? Een eerste ontwikkeling is de Keurmerk Fitness PLUS certificering, waar sportcentra vanaf najaar 2011 op gekeurd kunnen worden. In deze PLUS certificering wordt gekeurd op de waarborging binnen de organisatie om specifieke doelgroepen kwalitatief te kunnen blijven begeleiden.

Wat veel ondernemers binnen de fitnessbranche zich echter afvragen is: is een keurmerk PLUS genoeg om ons goed te kunnen positioneren ten opzichte van de sterk in opkomst zijnde low budget centra? Moet er niet een 4-sterren (3 en 5 is er immers al) keurmerk komen voor de fitnessbranche? De eerste grote uitdaging waar je dan tegenaan gaat lopen vormen de criteria. Binnen de hotelbranche staan de sterren voor facilitaire en service kwaliteit, maar ook voor de hoeveelheid faciliteiten die aangeboden worden. Binnen de fitnessbranche zouden dan kleine, kwalitatieve centra de 3e en 4e ster aan hun neus voorbij zien gaan omdat ze maar één of twee activiteiten aanbieden. Uitsluitend de grote sport- en spa centra zouden de hoogste waardering kunnen behalen, dat streeft ons doel dus voorbij.

De discussie over een herkenbaar kwaliteitkeurmerk is dus begonnen. Marktpartijen creëren zo hun eigen merknaam en trachten daarmee hun positionering te versterken. Zo is de VES (Vereniging Exclusieve Sportcentra), een netwerk van bijna 90 sportcentra, zichzelf al jaren aan het positioneren met eigen campagnes en een eigen magazine. Ook LACO is een sterk merk binnen de branche en de laatste jaren timmert WellnessClubs flink aan de weg om zich als Wellness netwerk te positioneren. Wat we nog missen in dit rijtje is een hoogwaardig kwaliteit service netwerk, een netwerk dat voldoet aan de behoefte van de zorgsector en overheid op het gebied van beweegbegeleiding van speciale doelgroepen.

De eerste stappen zijn al jaren geleden genomen, bij de start van Lerf vanuit Fit!vak en daarna de ISO certificering opleidingen door EFAA. Deze sportcentra committeren zich aan een controleerbaar kwaliteitszorgsysteem. De volgende stap is genomen door Fit!vak met de formulering van de PLUS criteria afgelopen jaar en dit jaar. Een volgende stap heeft EFAA ingezet met de vorming van een Nationaal Netwerk van Leefstijl- en Preventie centra. De PLUS criteria spelen een centrale rol binnen dit netwerk, echter dit netwerk gaat een paar stappen verder. Naast het voldoen aan de criteria gaat dit netwerk de eigen resultaten meten en aantonen en preventie programma’s aanbieden die afgestemd zijn op de zorg. Ook worden vanuit dit netwerk gevalideerde leefstijl- en beweegprogramma’s en educatie aangeboden aan particulieren, waarin de internationale beweegnorm (Schijf van 3) een belangrijke leidraad vormt. Dit worden de leefstijl kenniscentra van Nederland.

Zal de branche veranderen in een preventie branche? Zeker niet. Hoewel we in potentie wel een leefstijl- en preventie netwerk zijn, veel ondernemers zullen niet kiezen voor doorlopende competentie ontwikkeling van medewerkers, voor het werken met gestandaardiseerde begeleidingprotocollen, voor het samenwerken in een landelijk netwerk en ‘gezonder maken van leden’. Veel ondernemers bieden gewoonweg een gezellige of goedkope plaats om te sporten. Ook voor deze concepten is er gewoon een grote markt. Niet iedereen koopt bij AH, ook de Lidl’s doen prima zaken. Ondernemers echter met een heldere visie op kwaliteit, een passie voor het resultaat en intrinsieke behoefte om te blijven werken aan de ontwikkeling van een positieve beleving voor onze leden bij elk bezoek, zullen wel deze keuze maken om leefstijl- en preventie centrum te worden. Misschien is dit slechts 10 a 15% van de markt, of toch meer? Door het bundelen van ondernemers met een overeenstemmende visie, is een belangrijke stap gezet in de ontwikkeling naar het nieuwe 4-sterren leefstijl- en preventie netwerk van Nederland.

Is dat genoeg, gezien het vraagstuk van een zichtbaar en bekend keurmerk voor de branche? Waarschijnlijk niet. Je hebt straks Budget, reguliere sportcentra, netwerken (zoals VES), ketens, vrouwen centra, personal training studio’s, leefstijl- en preventie centra en meer. Misschien dan toch die 4 sterren?

Kwaliteitkeurmerk I business

John van Heel

EFAA, j.vanheel@efaa.nl

06-53623485

body LIFE 3I2011 I

Edities