Tijden veranderen, consumenten veranderen

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr7 2011
Arbeidsvoorwaarden binnen de fitnessbranche

De aanleiding van dit onderzoek is dat er tot op heden geen cao of algemeen geregelde arbeidsvoorwaarden voor de fitnessbranche is geregeld. Regelmatig komen er bij FNV Sport telefoontjes binnen van leden die werkzaam zijn binnen de fitnessbranche. De leden hebben vragen over hun arbeidsovereenkomst die is gesloten tussen de (fitness)werknemer en de (fitness)werkgever. Het komt voor dat de werknemer niet weet op hoeveel vakantiedagen hij recht heeft. Daarnaast komt het voor dat er op het gebied van pensioen en/of medezeggenschap binnen de onderneming niets is geregeld.

Betrokken partijen

De partijen die bij een eventuele totstandkoming van een cao of algemeen geregelde arbeidsvoorwaarden een rol spelen zijn de volgende: FNV Sport, Fit!vak en VES, werknemers en werkgeversorganisaties. Per partij is het draagvlak onderzocht en daarnaast zijn bij de werkgevers en werknemers ook vragen voorgelegd over andere arbeidsvoorwaardelijke thema’s als pensioen en medezeggenschap en opleidingen. Door middel van het meten van het draagvlak onder eerder genoemde partijen, hebben wij antwoord kunnen geven op de vraag of een cao dan wel algemeen geregelde arbeidsvoorwaarden haalbaar is voor de fitnessbranche. Hiervoor hebben wij van twee onderzoeksmethoden gebruik gemaakt: interview en enquête. Bij FNV Sport, Fit!vak en VES hebben wij door middel van een interview het draagvlak onderzocht. Bij de werkgevers hebben wij het draagvlak onderzocht door middel van het versturen van enquêtes (300). Van de respondenten onder de werkgevers hebben wij een selectie gemaakt en contact gezocht voor het houden van een interview (10). Deze interviews vinden wij noodzakelijk om een beter beeld te krijgen van hoe werkgevers arbeidsvoorwaarden regelen met werknemers, maar ook over andere arbeidsrechtelijke thema’s als medezeggenschap en pensioen. Tot slot hebben wij 250 enquêtes verstuurd aan werknemers. Binnen de enquête hebben wij het

draagvlak onderzocht en evenals bij de werkgevers vragen gesteld over arbeidsrechtelijke thema’s als medezeggenschap en pensioen.

Respons werkgevers

Vanuit de werkgevers hebben wij van de 300 enquêtes die wij hebben verstuurd, 99 enquêtes terug ontvangen. De gemiddelde respons van enquêtes ligt rond de 20%, zo blijkt uit eerdere onderzoeken uitgevoerd door FNV Sport. In ons onderzoek ligt de respons nabij de 32%. Om antwoord te vinden op de vraag in hoeverre er draagvlak is voor algemeen geregelde arbeidsvoorwaarden, dan wel een cao, hebben wij de werkgevers de volgende vraag voorgelegd: vindt u het wenselijk dat er algemeen geregelde arbeidsvoorwaarden komen? In 27,3% van de gevallen geeft de werkgever aan dat hij het wenselijk zou vinden dat er een cao komt voor de fitnessbranche. In 5,1% van de gevallen geeft de werkgever aan dat hij het wenselijk zou vinden dat er algemeen geregelde arbeidsvoorwaarden komen voor de fitnessbranche. In 30,3% van de gevallen wordt door de werkgever aangegeven dat er gebruik wordt gemaakt van een personeelshandboek en 26,3% geeft aan het niet wenselijk te vinden dat er algemeen geregelde arbeidsvoorwaarden komen, omdat de werkgever de arbeidsvoorwaarden zelf regelt met zijn werknemers.

Respons werknemers

We hebben de vraag over algemeen geregelde arbeidsvoorwaarden aan de werknemers niet in percentages uitgedrukt, maar ervoor gekozen citaten te gebruiken van de respondenten. In totaal hebben wij 250 enquêtes verstuurd aan werknemers en hiervan 82 terug mogen ontvangen. Dit komt neer op een respons van 32,8%. Hier volgen een aantal citaten van de werknemers die de enquête hebben ingevuld:

‘‘In de huidige situatie waarin de fitnessbranche zich bevindt zal een cao met goede voorwaarden een must zijn om professionals voor de branche te behouden.”

“Dit is een goed initiatief, omdat ik de fitnessbranche tot nu toe een ‘parttimebranche’ vind.”

“Er zijn grote verschillen binnen de bedrijven in de fitnessbranche.” “Geregelde arbeidsvoorwaarden?”

Er is zelfs een werknemer die aangeeft dat “werknemers worden uitgeknepen”.

Conclusie

Behoort een cao, dan wel algemeen geregelde arbeidsvoorwaarden tot de mogelijkheden binnen de fitnessbranche? Binnen het onderzoek hebben wij alle partijen die bij een eventuele totstandkoming van een cao of algemeen geregelde arbeidsvoorwaarden een rol spelen aan het woord gelaten. De conclusie die wij na het houden van de interviews en enquêtes kunnen trekken is dat de werkgevers en brancheorganisatie (VES en Fit!vak) geen voorstander zijn van een cao. Hiertegenover staat dat FNV Sport en de werknemers wel voorstander zijn van een cao. Uit het onderzoek komt naar voren dat werkgevers enige houvast zoeken op het gebied van arbeidsvoorwaarden, door middel van het gebruik van een personeelshandboek. In een raamovereenkomst, gesloten door sociale partners, kunnen onderwerpen worden opgenomen die in iedere fitnessonderneming gelijk zouden kunnen zijn. Door middel van het gebruik van een raamovereenkomst is er minder snel sprake van oneerlijke concurrentie tussen de verschillende fitnessondernemingen en kan er worden geconcurreerd – tussen fitnessondernemingen – op kwaliteit van de fitnessonderneming in plaats van op arbeidsvoorwaarden van de medewerkers. Enkele voorbeelden die hierbij in een raamovereenkomst zouden kunnen worden opgenomen, zijn pensioen, een regeling over opleidingen en afspraken over medezeggenschap.

Aanbevelingen ten aanzien van opleidingen

De werkgever, zo blijkt uit het onderzoek, betaalt in 72,2% van de gevallen de opleiding die de medewerker volgt. De opleiding wordt door 81,8% van de medewerkers in eigen tijd gevolgd. Deze regel is in de meeste situaties gangbaar, maar in de praktijk komen we ook andere voorbeelden tegen van werknemers die geen opleiding volgen, maar wel bijvoorbeeld een nieuwe dans moeten instuderen. In deze situaties wordt van een medewerker verwacht dat er 8 uur per maand ‘vrijwillige’ voorbereiding in een groepsles wordt gestopt, zonder dat hiertegenover een vergoeding bestaat. Wanneer deze ‘vrijwillige’ uren bij het loon zouden worden meeberekend, zou het netto loon van de werknemer lager komen te liggen. Wij vinden het van belang dat de werknemer voor voorbereiding van een les loon ontvangt, omdat hier tijd en energie in wordt gestopt door de werknemer. Wij willen dan ook adviseren in dialoog te treden om tot een goede regeling te komen voor zowel werkgevers als werknemers.

Medezeggenschap

Allereerst wordt opgemerkt dat bij een onderneming met meer dan 50 medewerkers een medezeggenschapsraad wettelijk verplicht is. Vanuit de werknemerskant is het belangrijk dat zij invloed kunnen uitoefenen op het beleid van de onderneming waar zij werkzaam zijn. Op deze manier worden de werknemers betrokken bij de onderneming en kunnen de werknemers ook daadwerkelijk invloed uitoefenen op het te voeren beleid van de onderneming. Uit het onderzoek komt naar voren dat 43% van de ondervraagden geen idee heeft wat medezeggenschap inhoudt en nog eens 3,6% van de werknemers aangeeft dat er binnen het bedrijf waar zij werkzaam zijn geen medezeggenschap/personeelsvertegenwoordiging is ingesteld. Wij willen FNV Sport, evenals bij het onderwerp pensioen, aanbevelen hierover voorlichting te geven. Daarnaast willen wij ook adviseren om de mogelijkheden te onderzoeken om afspraken over medezeggenschap onder te brengen in de raamovereenkomst. Wanneer medezeggenschap in een raamovereenkomst kan worden geregeld, is er meer aandacht voor medezeggenschap en zal er bij partijen onduidelijkheid over dit onderwerp worden weggenomen.

Pensioen

In 62,7% van de gevallen geven de werknemers aan dat het loon dat zij verdienen met het werk in de fitnessbranche, de belangrijkste bron van inkomsten is. Het is voor de werknemer belangrijk dat hij niet alleen oog heeft voor de korte termijn, maar ook voor de lange termijn toekomst. In 55,4% van de gevallen geeft de werknemer, en in 68,7% van de gevallen geeft de werkgever aan, dat er geen pensioen is afgesloten tussen de werkgever en de werknemer. (Hierbij moet nog worden opgemerkt dat 13% van de ondervraagde werknemers geen enkel idee heeft of hij pensioen opbouwt). Wij willen aanbevelen dat over het onderwerp pensioen meer voorlichting wordt gegeven. Uit het werkveld komen wij verhalen tegen van werknemers die ‘vrijwillig’ afstand doen van hun pensioendeelname. Wij stellen ons de vraag of de werknemer wel voldoende op de hoogte is van de consequenties die hij loopt bij het afzien van pensioendeelname, zeker omdat voor 62,7% van de werknemers het de belangrijkste bron van inkomsten is. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de werknemers niet in een andere dienstbetrekking (eventueel) voldoende aanvullend pensioen opbouwen om zorgeloos van hun oude dag te kunnen genieten. Daarnaast willen wij de aanbeveling doen om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor een uniforme pensioenregeling voor de fitnessbranche. Wellicht kan er aangesloten worden bij het PfZw, bij dit pensioenfonds zijn de werknemers aangesloten die onder de cao Sport vallen.

De volledige onderzoeksbrochure is te downloaden in de volgende nieuwsbrief van body•LIFE. Ook interesse om de nieuwsbrief te ontvangen, meld je aan via www.bodylifebenelux.nl

Dit artikel word mede mogelijk

gemaakt door:

Onderzoekers Marcel Mulder en Jelle Tamminga hebben in opdracht van Abvakabo FNV en FNV Sport een onderzoek gedaan naar de algemeen geregelde arbeidsvoorwaarden binnen de fitnessbranche. Een onderzoek dat een antwoord geeft op de vraag of dit soort arbeidsvoorwaarden binnen de fitnessbranche haalbaar zijn.

Arbeidsvoorwaarden I business

body•LIFE 7I2011 I

I body•LIFE 7I2011

Edities