Van wellnesclub naar budgetclub

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr9 2014
Van wellnesclub naar budgetclub

Het is bekend dat sinds de komst van de budgetclubs de fitness- en wellnessmarkt sterk is veranderd. Met name wellnessclubs met een full service concept hebben het hier door moeilijk gekregen.

Wellnessclubs met een full service concept opereren vooral in het midden segment. Het is vooral deze groep die leidt onder concurrentie van de komst van de budgetclubs in hun regio. Ondanks dat dit gebeurt geloven veel wellnessclubs in hun eigen kracht. Ze gaan er van uit dat hun leden gaan voor kwaliteit en resultaat. Door persoonlijke begeleiding aan te bieden in combinatie met hoogwaardige apparatuur, en een diversiteit aan faciliteiten, gaan ze er vanuit dat het verloop van leden door de komst van een budgetclub minimaal zal zijn. Helaas blijkt dit niet altijd het geval. Vaak zie je dan dat dergelijke clubs de concurrentie op prijs aangaan en zich gaan profileren als (semi) budgetclub. Ze concurreren dan op prijs maar willen wel dezelfde kwaliteit en services aanbieden. Dit loopt helaas niet altijd goed af. Het aantal faillissementen hier door is niet meer op handen te tellen.

In dit artikel bespreek ik welke aspecten een rol spelen als een wellnessclub zich wil profileren als een budgetclub. Ik ga in op de financiële en niet financiële aspecten.

De niet financiële aspecten

1. Stel vast of het budgetconcept kan worden toegepast op het huidige ledenbestand

Clubs die overwegen om een budgetconcept in te voeren doen er goed aan om de kwaliteit van hun ledenbestand goed te inventariseren. De kwaliteit van een ledenbestand hangt af van een aantal factoren. In eerste instantie moet de samenstelling goed in kaart worden gebracht. Hierbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan geslacht, leeftijd, inkomensklasse en uit welke delen van de regio ze vandaan komen. In tweede instantie is het handig om vast te stellen wat de verhouding is tussen het aantal slapende en niet slapende leden.

De verhouding tussen slapende en niet slapende leden is bij een budgetclub structureel hoger dan bij een wellnessclub. In derde instantie moet goed in kaart worden gebracht van welke diensten de leden nu veel gebruik maken. Als de leden structureel afhankelijk zijn van persoonlijke begeleiding, dan betekent dit dat de leden kwaliteit en resultaatgerichtheid hoog in het vaandel hebben staan. Het invoeren van een budgetconcept mag dan niet ten koste gaan van de kwaliteit en resultaatgerichtheid. Tenzij de doelstelling is om met het invoeren van het budgetconcept het ledenbestand te verversen met mensen die meer bij dit concept passen. Door op deze manier het ledenbestand te analyseren krijgt de wellnessclub een goed beeld van het mogelijke effect van het invoeren van een budgetconcept op hun huidige ledenbestand.

2. Ga na of het verzorgingsgebied waarin je opereert aantrekkelijk genoeg is voor een budgetconcept

Budgetclubs vestigen zich over het algemeen in regio’s waar sprake is van een verzorgingsgebied met een gemiddelde hoeveelheid inwoners. Als het verzorgingsgebied minder inwoners heeft is het veelal minder aantrekkelijk om te investeren in een budgetconcept. Hoogstens kan een gevestigde budgetclub zich willen vestigen om schaalgrootte te bereiken. Maar het is dan nog maar de vraag of het winstgevend is. Een wellnessclub die overweegt om een budgetconcept in te voeren dient derhalve na te gaan of het verzorgingsgebied qua aantal inwoners wel voldoende speelruimte biedt om een budgetconcept in te voeren. Budgetclubs richten zich nu eenmaal op massa. Hoe meer mensen zich kunnen aanmelden hoe beter.

3. Stel vast of het aantal m2 toereikend is om een budgetconcept neer te zetten

Doordat bij het implementeren van een budgetconcept de focus ligt op massa, is het raadzaam om na te gaan of het aantal m2 toereikend is om een budgetconcept te implementeren. De piekmomenten (lees: momenten dat de club het drukst bezet is) verschillen over het algemeen bij een wellness- en een budgetclub niet zoveel. Alleen zal de populatie bij een budgetclub veel groter zijn dan bij een wellnessclub. Derhalve is het van belang om na te gaan of de ruimte groot genoeg is om op piekmomenten de drukte op te vangen.

4. Hou rekening met afbouw en aparte verkoop van faciliteiten

Bij een budgetconcept is de strekking dat de leden in principe voor alle faciliteiten apart betalen. Er kan dus niet één contributieprijs in rekening worden gebracht voor alle faciliteiten die de club biedt. Veelal is dit bij een wellnessclub wel het geval. Zodoende zal men rekening moeten houden dat de faciliteiten separaat moeten worden aangeboden. Om dit te doen zal de faciliteit op waarde moeten gewaardeerd. Denk bijvoorbeeld aan het aanbieden van een saunafaciliteit of iets heel simpels als een douchefaciliteit. Deze faciliteiten kunnen dan apart in rekening worden gebracht door hier een tarief aan te koppelen.

In het volgende deel ga ik in op de financiële aspecten. Met name met welke punten men rekening moet houden op het gebied van omzet en kosten. Ook bespreek ik de meest voorkomende valkuilen bij de transitie van een wellnessclub naar een budgetclub.

mr. M.M. (Mark) Dongor

Prime Accountants & Belastingadviseurs B.V.

06-53623485

Edities