Optimale kwaliteit – Afdelingsmanagement

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr10 2010

business I company profile

I body LIFE 1I2010

John van Heel startte in 1983 een sportinstituut in Weert. Vanaf het allereerste begin tot aan nu is hij altijd geboeid geweest over hoe je lichaamsprocessen kunt beïnvloeden met gedrag. “Ik volgde in die jaren opleiding na opleiding en verslond honderden boeken per jaar”, aldus John.

Ontwikkeling van expertise is de basis van EFAA

anaf 1985 begon hij ook met bezoeken van internationale congressen waarna hij in 1988 in Amerika de opleiding ACE Aerobics volgde. Het in de jaren ’80 zeer populaire Callanetics, de rage die was overgevlogen uit Amerika, was in zijn visie vaak erg blessuregevoelig. Dat was voor Regina en John de aanleiding workshops te geven over Callanetics vs calistenics en tevens het begin van AFN opleidingen, het huidige EFAA Opleidingen.

Ontwikkeling en opleiding

In de jaren erna heeft John veel consumentenworkshop ontwikkeld. Deze waren in een ledencursus Life Management opgenomen.

John: “Mijn idee was, en is nog steeds, dat sportcentra ideale leefstijl educatiecentra zijn. Een perfecte mix met sport. Als we leden leren waarom bewegen belangrijk is, dan is de kans vele malen groter dat men volhoudt. Onze praktijkervaring en de lage verloopcijfers onderbouwen deze gedachtegang. Die programma’s hebben we ontwikkeld tot de e-learning programma’s waardoor er een internet platform ontstond. Hier hebben we later een ledenvolg programma voor trainers en sportcentra aan toegevoegd. Samen met Intenz/High Five, is hier later Nationaal Gezondheidsplan uit voort gekomen. Samen met Club Fysio hebben we de leefstijl cursussen uitgebreid met een paperverse, het zogenaamde START-programma.”

Professionalisering

De focus bij EFAA ligt primair op de professionalisering van organisaties, het management en de begeleiders. Voor het management is er de Total Quality Club Management opleiding, die steeds vaker op locatie wordt gegeven. Deze opleiding leert de clubeigenaar hoe een kwaliteithandboek kan worden opgebouwd en hoe de organisatie vanuit een heldere structuur resultaatgericht aangestuurd kan worden. De opleiding biedt aan het eind een ISO-certificering. Voor trainers heeft EFAA internationaal gezocht naar een hoogwaardige vervolgopleiding. Die heeft men gevonden in het NASM Personal Training, een internationaal erkende opleiding, die sinds het voorjaar van 2009 door EFAA wordt verzorgd en die voor de meeste deelnemers volledig gesubsidieerd wordt.

Congressen en bijscholing

“Alleen opleidingen voor de basis is onvoldoende om aan de vraag van de klant te kunnen voldoen. Vooral trainers moeten zich blijven specialiseren willen ze carriere maken in deze branche”, vindt John. Dit jaar wordt al weer voor de zeventiende maal het EFAA voorjaarscongres op Papendal georganiseerd. De congressen zijn bedoeld voor het hele team, van Body & Mind, tot Personal training, fitness, hip-hop, Dance, management en indoor cycling. Deelnemers kunnen kiezen voor deelname aan het volledige tweedaagse programma, maar men kan ook kiezen voor een bezoek aan één of meerdere sessies. Hiervoor zijn bijna 100 zowel nationale als internationale presenters uitgenodigd om hun kennis en inspiratie met de congresgangers te delen.

Expertise ontwikkeling

Om trainers de mogelijkheid te bieden hun expertise te ontwikkelen is er het magazine Fitness Expert. Voor elke editie wordt een doelgroep of thema gekozen waarna alle internationale research over dit thema wordt verzameld en wordt vertaald in een begeleidingsstandaard voor trainers. Het is een magazine voor de fanatieke ondernemer en begeleider. EFAA biedt een uitgekiend online kenniscentrum met nieuwsbrieven, trainingsprotocollen voor specifieke doelgroepen, webvideo workshop en duizenden vakartikelen.

Van 2009 naar 2010, toekomstvisie

“De crisis heeft volgens mij nog niet heel veel impact gehad op de fitnessbranche. Wat zeker wel invloed heeft gehad, en nog steeds invloed heeft, is de opkomst van verschillende concepten zoals circuitconcepten, vrouwencentra en lowbudgetcentra. We zien landelijk een daling van de passieve instroom van nieuwe leden bij de reguliere sportcentra. Er moet door de ondernemer een duidelijke keuze worden gemaakt, low budget of opwaardering van de kwaliteit van de organisatie”, aldus Van Heel. Zijn verwachting voor 2010 is dat er nog zeker klappen zullen vallen, met name bij die centra die niet kunnen of willen kiezen. Maar er zijn ook kansen, zeker voor centra waar specifiek doelgroepgerichte programma’s worden aangeboden. Denk hierbij aan jeugd, specifieke afvalprogramma’s, senioren programma’s, sportspecifieke begeleiding en het begeleiden van diabetici. Een sportcentrum zal zich duidelijk moeten profileren zodat de consument een verstandige keuze kan maken.

John: “Consumenten vragen nu eenmaal meer dan alleen fitness. Fitness is een onderdeel van de oplossing die mensen zoeken. Als ze dan alleen een fitnessinstructie ontvangen, ziet men geen verschil met een lowbudgetcentrum. Wordt de klant volgens een kwalitatief model naar resultaat begeleid, dan wordt de klant ambassadeur en neemt nieuwe klanten mee, daar ligt de succesfactor van een kwalitatief centrum.”

Het eigen organisatie

EFAA en Vitae zijn de laatste jaren zo gegroeid, dat er al langere tijd gezocht werd naar een nieuwe locatie. Op 1 februari a.s. start Life Style Vitae, een samenwerking met Petro Hameleers van Life Style Group in Sittard. Op deze nieuwe locatie komen sport, fysiotherapie, medische fitness en arbodienstverlening samen. Het team bestaat uit doelgroep- en doelstellingsexperts waarmee een uniek concept voor de branche en de regio is ontstaan. Het wordt een Leefstijl Instituut, geen sales maar beweegadvies, geen fitnessbegeleiding maar een beweegexpert. Men krijgt een beweegadvies volgens het nieuwe Combi-norm model, met daarbij een resultaatgarantie uitgaande van wetenschappelijk protocollen. “Een fantastische stap om te maken en ook een belangrijke voor ons team om weer groeimogelijkheden te bieden”, aldus John.

Vanuit EFAA worden sportcentra ondersteund om zich verder door te ontwikkelen naar een hoogwaardig serviceniveau. Als een sportcentrum kiest voor optimale begeleiding, dan vergt dat een andere aansturing van het team. Er mogen meer eisen worden gesteld aan het kennisniveau van het team, zo ontstaat een win-win situatie. Teamleden hebben meer kennis en inzicht over de organisatie en de aanpak en kunnen meer betekenen voor de klanten. Dat geeft voldoening maar biedt ook carrièreperspectief. Een organisatie met een sterke structuur heeft teamleden en klanten meer te bieden waardoor er minder verloop zal zijn. Belangrijke middelen hiervoor zijn de NASM-opleiding, het TQM Club management programma, bijscholing maar ook het Leefstijlclub programma biedt hiervoor perspectief. Het komende jaar komt de branchevereniging Fit!vak met een nieuw diabetesprotocol waardoor trainers zich kunnen certificeren als ‘Beweegbegeleider diabetes’. Een belangrijke stap om een rol te kunnen spelen in de Beweegkuur.

Conclusie

Van Heel: “Dit samen met nieuwe leveringsvoorwaarden, een registratiesysteem voor trainers en instructeurs (Eresp), hoogwaardige opleidingen en bijscholingen en verdere samenwerking zal zorgen voor meer duidelijkheid voor de consument over de kwaliteit en service van sportcentra. Binnen een aantal jaar zal er een soort sterrensysteem voor sportcentra ontwikkeld worden, waardoor bedrijven en consumenten precies zien wat ze kunnen verwachten.

Helaas zullen er nog wel klappen vallen, centra die minder dan 5% resultaat hebben behaald in 2009 zitten in de gevarenzone voor 2010. Het is een spagaat want kiezen voor kwaliteit betekent investeren. Niet alleen financieel, het team en de ondernemer/manager moeten hiervoor flink de handen uit de mouwen steken. Goed voorbeeld doet goed volgen. Als je flink aanpakt, zijn er ook kansen. Een sportcentrum dat echte passie laat zien om klanten optimaal te begeleiden wordt beloond met een netwerk van ambassadeurs binnen het team en de klantenkring.”

Loet van Bergen

anaf 1985 begon hij ook met bezoeken van internationale congressen waarna hij in 1988 in Amerika de opleiding ACE Aerobics volgde. Het in de jaren ’80 zeer populaire Callanetics, de rage die was overgevlogen uit Amerika, was in zijn visie vaak erg blessuregevoelig. Dat was voor Regina en John de aanleiding workshops te geven over Callanetics vs calistenics en tevens het begin van AFN opleidingen, het huidige EFAA Opleidingen.

Ontwikkeling en opleiding

In de jaren erna heeft John veel consumentenworkshop ontwikkeld. Deze waren in een ledencursus Life Management opgenomen.

John: “Mijn idee was, en is nog steeds, dat sportcentra ideale leefstijl educatiecentra zijn. Een perfecte mix met sport. Als we leden leren waarom bewegen belangrijk is, dan is de kans vele malen groter dat men volhoudt. Onze praktijkervaring en de lage verloopcijfers onderbouwen deze gedachtegang. Die programma’s hebben we ontwikkeld tot de e-learning programma’s waardoor er een internet platform ontstond. Hier hebben we later een ledenvolg programma voor trainers en sportcentra aan toegevoegd. Samen met Intenz/High Five, is hier later Nationaal Gezondheidsplan uit voort gekomen. Samen met Club Fysio hebben we de leefstijl cursussen uitgebreid met een paperverse, het zogenaamde START-programma.”

Professionalisering

De focus bij EFAA ligt primair op de professionalisering van organisaties, het management en de begeleiders. Voor het management is er de Total Quality Club Management opleiding, die steeds vaker op locatie wordt gegeven. Deze opleiding leert de clubeigenaar hoe een kwaliteithandboek kan worden opgebouwd en hoe de organisatie vanuit een heldere structuur resultaatgericht aangestuurd kan worden. De opleiding biedt aan het eind een ISO-certificering. Voor trainers heeft EFAA internationaal gezocht naar een hoogwaardige vervolgopleiding. Die heeft men gevonden in het NASM Personal Training, een internationaal erkende opleiding, die sinds het voorjaar van 2009 door EFAA wordt verzorgd en die voor de meeste deelnemers volledig gesubsidieerd wordt.

Congressen en bijscholing

“Alleen opleidingen voor de basis is onvoldoende om aan de vraag van de klant te kunnen voldoen. Vooral trainers moeten zich blijven specialiseren willen ze carriere maken in deze branche”, vindt John. Dit jaar wordt al weer voor de zeventiende maal het EFAA voorjaarscongres op Papendal georganiseerd. De congressen zijn bedoeld voor het hele team, van Body & Mind, tot Personal training, fitness, hip-hop, Dance, management en indoor cycling. Deelnemers kunnen kiezen voor deelname aan het volledige tweedaagse programma, maar men kan ook kiezen voor een bezoek aan één of meerdere sessies. Hiervoor zijn bijna 100 zowel nationale als internationale presenters uitgenodigd om hun kennis en inspiratie met de congresgangers te delen.

Expertise ontwikkeling

Om trainers de mogelijkheid te bieden hun expertise te ontwikkelen is er het magazine Fitness Expert. Voor elke editie wordt een doelgroep of thema gekozen waarna alle internationale research over dit thema wordt verzameld en wordt vertaald in een begeleidingsstandaard voor trainers. Het is een magazine voor de fanatieke ondernemer en begeleider. EFAA biedt een uitgekiend online kenniscentrum met nieuwsbrieven, trainingsprotocollen voor specifieke doelgroepen, webvideo workshop en duizenden vakartikelen.

Van 2009 naar 2010, toekomstvisie

“De crisis heeft volgens mij nog niet heel veel impact gehad op de fitnessbranche. Wat zeker wel invloed heeft gehad, en nog steeds invloed heeft, is de opkomst van verschillende concepten zoals circuitconcepten, vrouwencentra en lowbudgetcentra. We zien landelijk een daling van de passieve instroom van nieuwe leden bij de reguliere sportcentra. Er moet door de ondernemer een duidelijke keuze worden gemaakt, low budget of opwaardering van de kwaliteit van de organisatie”, aldus Van Heel. Zijn verwachting voor 2010 is dat er nog zeker klappen zullen vallen, met name bij die centra die niet kunnen of willen kiezen. Maar er zijn ook kansen, zeker voor centra waar specifiek doelgroepgerichte programma’s worden aangeboden. Denk hierbij aan jeugd, specifieke afvalprogramma’s, senioren programma’s, sportspecifieke begeleiding en het begeleiden van diabetici. Een sportcentrum zal zich duidelijk moeten profileren zodat de consument een verstandige keuze kan maken.

John: “Consumenten vragen nu eenmaal meer dan alleen fitness. Fitness is een onderdeel van de oplossing die mensen zoeken. Als ze dan alleen een fitnessinstructie ontvangen, ziet men geen verschil met een lowbudgetcentrum. Wordt de klant volgens een kwalitatief model naar resultaat begeleid, dan wordt de klant ambassadeur en neemt nieuwe klanten mee, daar ligt de succesfactor van een kwalitatief centrum.”

Het eigen organisatie

EFAA en Vitae zijn de laatste jaren zo gegroeid, dat er al langere tijd gezocht werd naar een nieuwe locatie. Op 1 februari a.s. start Life Style Vitae, een samenwerking met Petro Hameleers van Life Style Group in Sittard. Op deze nieuwe locatie komen sport, fysiotherapie, medische fitness en arbodienstverlening samen. Het team bestaat uit doelgroep- en doelstellingsexperts waarmee een uniek concept voor de branche en de regio is ontstaan. Het wordt een Leefstijl Instituut, geen sales maar beweegadvies, geen fitnessbegeleiding maar een beweegexpert. Men krijgt een beweegadvies volgens het nieuwe Combi-norm model, met daarbij een resultaatgarantie uitgaande van wetenschappelijk protocollen. “Een fantastische stap om te maken en ook een belangrijke voor ons team om weer groeimogelijkheden te bieden”, aldus John.

Vanuit EFAA worden sportcentra ondersteund om zich verder door te ontwikkelen naar een hoogwaardig serviceniveau. Als een sportcentrum kiest voor optimale begeleiding, dan vergt dat een andere aansturing van het team. Er mogen meer eisen worden gesteld aan het kennisniveau van het team, zo ontstaat een win-win situatie. Teamleden hebben meer kennis en inzicht over de organisatie en de aanpak en kunnen meer betekenen voor de klanten. Dat geeft voldoening maar biedt ook carrièreperspectief. Een organisatie met een sterke structuur heeft teamleden en klanten meer te bieden waardoor er minder verloop zal zijn. Belangrijke middelen hiervoor zijn de NASM-opleiding, het TQM Club management programma, bijscholing maar ook het Leefstijlclub programma biedt hiervoor perspectief. Het komende jaar komt de branchevereniging Fit!vak met een nieuw diabetesprotocol waardoor trainers zich kunnen certificeren als ‘Beweegbegeleider diabetes’. Een belangrijke stap om een rol te kunnen spelen in de Beweegkuur.

Conclusie

Van Heel: “Dit samen met nieuwe leveringsvoorwaarden, een registratiesysteem voor trainers en instructeurs (Eresp), hoogwaardige opleidingen en bijscholingen en verdere samenwerking zal zorgen voor meer duidelijkheid voor de consument over de kwaliteit en service van sportcentra. Binnen een aantal jaar zal er een soort sterrensysteem voor sportcentra ontwikkeld worden, waardoor bedrijven en consumenten precies zien wat ze kunnen verwachten.

Helaas zullen er nog wel klappen vallen, centra die minder dan 5% resultaat hebben behaald in 2009 zitten in de gevarenzone voor 2010. Het is een spagaat want kiezen voor kwaliteit betekent investeren. Niet alleen financieel, het team en de ondernemer/manager moeten hiervoor flink de handen uit de mouwen steken. Goed voorbeeld doet goed volgen. Als je flink aanpakt, zijn er ook kansen. Een sportcentrum dat echte passie laat zien om klanten optimaal te begeleiden wordt beloond met een netwerk van ambassadeurs binnen het team en de klantenkring.”

Loet van Bergen

company profile I business

body LIFE 1I2010 I

Edities