Maak het overvallers moeilijker

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr7 2010

I body LIFE 7I2010

Energiebesparing in en rondom het gebouw

Een energiezuinig fitnesscentrum staat of valt met het ontwerp van het gebouw en dient uit te gaan van Trias Energetica, een drie-stappen-plan bedoeld voor bedrijven, huishoudens en overheden om stap voor stap klimaatneutraal te worden. Beijer: “In dit stappenplan staat onder meer het terugdringen van onnodig energieverbruik centraal. Je kunt bijvoorbeeld een goede warmte-isolatie realiseren en voor de resterende energiebehoefte zoveel mogelijk duurzame energie inzetten uit bronnen zoals wind, zon, biomassa en aardwarmte. En als duurzame energie niet volstaat, moet je proberen om zo zuinig en efficiënt mogelijk om te gaan met energie uit fossiele bronnen.”

Verantwoord bouwen

In de afgelopen jaren is Advin betrokken geweest bij de bouw van een aantal sportcomplexen. Een goed voorbeeld van een energiezuinig sportcomplex is Sportcomplex De Vlinder te Wageningen. Beijer: “Een indrukwekkend gebouw met een zonnepaneeloppervlakte van 2.100 m2 met een gezamenlijk vermogen van 78 kWh. Het vermogen dat overblijft, wordt teruggeleverd aan het net. Het complex is ontworpen met als uitgangspunt architectonische vernieuwing in combinatie met duurzaamheid, milieuvriendelijkheid en energiebesparing.” Naast de zonnepanelen wordt dan ook inventief gebruik gemaakt van een glazen constructie die het gebouw, net als in een kas, op een aangename temperatuur houdt. Het complex is uitgevoerd met een zogenaamde zonneschoorsteen: een glazen gevel voor de buitenmuur van de toren. De lucht achter het glas wordt door de zon verwarmd en vervolgens langs een warmtepomp gevoerd. Zo wordt warmte uit de lucht teruggewonnen, de energie van sporters en publiek opgeslagen en benut voor ruimteverwarming. Aan de bovenzijde van de zonneschoorsteen is een opening aangebracht waarlangs het grootste deel van de gebouwventilatie op natuurlijke wijze plaatsvindt. Een windvaan op de schoorsteen, ook wel ‘gek’ genoemd, zorgt ervoor dat de ventilatieopening altijd aan de lijzijde ligt, zodat de wind meewerkt aan het creëren van een onderdruk in de te ventileren ruimten. Bij onvoldoende wind of bij veel bezoekers wordt een ventilator in beweging gezet om alsnog de gewenste ventilatiecapaciteit te kunnen garanderen. Beijer: “Verder zitten er in het sportcomplex veel nieuwe technische voorzieningen die gericht zijn op zogenaamd duurzaam bouwen. Zo zijn geen lichtschakelaars aanwezig, maar bewegingsdetectoren die automatisch het licht aanschakelen. De lichtintensiteit kan worden geregeld afhankelijk van de behoefte, etc. Hiermee is sporthal de Vlinder een voorbeeldaccommodatie voor verantwoord bouwen in Nederland.”

Energiemaatregelen

Aan dit sportcomplex hing volgens Beijer wel een prijskaartje. “Ik kan me voorstellen dat de budgetten om een energiezuinig fitnesscentrum te bouwen beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat er genoeg energiebesparende mogelijkheden zijn die niet veel geld kosten. Met isolatie kan men al veel besparen, net als toepassing van HR+++ glas. Dit zijn maatregelen die ook voor bestaande bouw gelden. Daarbij valt met dakbedekking ook veel te besparen. Vaak zijn fitnesscentra blokkendozen met een plat dak van grijs bituum. Een duurzamer alternatief is het gebruik van wit EPDM. Dit weerkaatst de zonnestralen en absorbeert de warmte niet. Hierdoor blijft de witte dakhuid en onderliggende dakbedekkingspakket veel koeler vergeleken met de donkere dakbedekkingen en er zal veel minder warmte het gebouw binnen dringen. De temperatuur onder een wit dak zal minimaal ± 5 graden Celsius dalen. Dit verhoogt het leefcomfort en verlaagt het energieverbruik van bijvoorbeeld airco’s en/of ventilatoren. Daarmee draagt witte dakbedekking onder andere bij tot verlaging van de CO2-uitstoot, het tegengaan van de opwarming van de aarde, de opvang van schoon water, verhoging van het rendement van eventueel aanwezige zonnepanelen en een lagere temperatuur in en direct rondom het gebouw wat het leef- en werkcomfort ten goede komt”, aldus Beijer.

Binnenklimaat

In veel fitnesscentra staan nog conventionele installaties: een CV-ketel voor de verwarming, een airco voor de koeling en een boiler voor het warmtapwater. Beijer vindt een warmtepomp een veel betere optie, aangezien die ook nog eens meer dan 60% energie bespaart. “Bij een warmtepomp worden er bronnen van 50 meter of dieper in de grond geboord. In deze bronnen lopen leidingen met water en glycol. Het water in de leidingen warmt zich op aan de aarde. Deze leidingen komen uit bij de warmtepomp, die de warmte verkrijgt van de aarde en deze het centrum inpompt. Een warmtepomp heeft een hoog rendement. Men stopt er 1 kW stroom in, en er komt 4 kW energie uit, een ongekend hoog rendement van maar liefst 400%. Verder kan deze pomp zomers het gebouw koelen en het tapwater verwarmen. Tegenwoordig zijn er ook lucht water/warmtepompen die werken volgens hetzelfde principe, maar i.p.v. bronnen in de bodem gebruikmaken van de buitenlucht als bron. In combinatie met een intelligent GBS (gebouwbeheersysteem), valt er nog veel meer te besparen. Wat je vaak ziet binnen een fitnesscentrum is dat de klimaatinstallatie tijdens openingstijden op volle toeren draait. Met behulp van een GBS-systeem kun je per ruimte de temperatuur instellen en dit laten afhangen van de bezettingsgraad van deze ruimte. Staan de groepsruimten overdag leeg, dan kan de temperatuur een paar graden omlaag en dat scheelt weer in het energieverbruik.”

Verlichting

Volgens Beijer is ook verlichting een belangrijke kostenpost waar 10% tot 50% op te besparen valt. “In de utiliteitsbouw bijvoorbeeld is verlichting verantwoordelijk voor circa 22% van het energieverbruik. Dit wordt bepaald door het geïnstalleerde vermogen en het aantal branduren van de lampen inclusief voorschakelapparatuur. Op dit moment bestaat nog circa 75% van de aanwezige TL-binnenverlichtingsystemen uit conventionele elektromagnetische (EM) voorschakelapparatuur. Het vervangen van deze apparatuur door energiezuinige systemen is in de praktijk soms omslachtig en kostbaar. Door gebruik te maken van in de markt beschikbare besparingsystemen en energiezuinige TLD en T5 lampen kan met beperkte kosten energiebesparing worden gerealiseerd van 10% tot 50% met hooguit gering lichtverlies. Het toepassen van LED-verlichting in openbare ruimten en werkplekken is in opkomst. Het voordeel van LED’s is de lange levensduur, er vindt nauwelijks warmteontwikkeling plaats en het is gunstig voor de ruimtetemperatuur. Bovendien kun je LED’s tegenwoordig in allerlei uitvoeringen krijgen, zelfs in RGB, waarmee je kleur kunt geven aan je fitnesscentrum.”

Sanitair

Een andere grote energiepost in de fitnesscentra is warmtapwater en het waterverbruik van toiletten. Beijer: “Je kunt eenvoudig regenwater opgevangen en dit als ‘grijs’ water gebruiken voor het doorspoelen van de toiletten. Voor warmtapwater zijn er diverse mogelijkheden, variërend van een gasgestookte boiler tot een warmtepompboiler of een zonneboiler. Deze laatste variant geniet mijn voorkeur omdat met een zonneboiler veel energie te besparen valt. Daarnaast kan warmteterugwinning uit douchewater een middel zijn om het energieverbruik te verlagen en het douchecomfort te verhogen. Het is een eenvoudig betaalbaar systeem dat bestaat uit een rechte dunne pijp-in-pijp warmtewisselaar van ruim 2 meter. Het water dat door het doucheputje naar beneden wordt afgevoerd, stroomt door de binnenste pijp naar beneden. Het koude tapwater gaat door de buitenste pijp naar boven en wordt gedeeltelijk verwarmd door het afvoerwater. Omdat het aangevoerde water al gedeeltelijk is voorverwarmd, hoeft de boiler of de Cv-ketel minder hard te werken en wordt er dus energie bespaard: er kan langer worden gedoucht met de tapwatervoorraad.”

De fitnesscentra in Nederland verbruiken veel energie. De grootste energieverslinders zijn de apparatuur, de verlichting en de klimaatinstallatie. “Toch valt er op het energieverbruik veel te besparen”, zegt Guido Beijer, afdelingshoofd Bouwkunde bij Advin, een multidisciplinair advies- en ingenieursbureau. “Zeker bij nieuwbouw, maar ook bij bestaande bouw liggen er beslist mogelijkheden om het energieverbruik te beperken.”

Een warmtepomp kan goed ingezet worden voor niet alleen koelen en verwarmen van het gebouw, maar ook voor het warmtapwater.

Met zonnepanelen valt veel energie te besparen. Voor zonnepanelen zijn subsidiemogelijkheden en mag de EIA (Energie Investeringsaftrek) toegepast worden. Nadeel van zonnepanelen zijn de hoge investeringen en lange terugverdientijd

Een energiezuinig fitnesscentrum staat of valt met het ontwerp van het gebouw en dient uit te gaan van Trias Energetica, een drie-stappen-plan bedoeld voor bedrijven, huishoudens en overheden om stap voor stap klimaatneutraal te worden. Beijer: “In dit stappenplan staat onder meer het terugdringen van onnodig energieverbruik centraal. Je kunt bijvoorbeeld een goede warmte-isolatie realiseren en voor de resterende energiebehoefte zoveel mogelijk duurzame energie inzetten uit bronnen zoals wind, zon, biomassa en aardwarmte. En als duurzame energie niet volstaat, moet je proberen om zo zuinig en efficiënt mogelijk om te gaan met energie uit fossiele bronnen.”

Verantwoord bouwen

In de afgelopen jaren is Advin betrokken geweest bij de bouw van een aantal sportcomplexen. Een goed voorbeeld van een energiezuinig sportcomplex is Sportcomplex De Vlinder te Wageningen. Beijer: “Een indrukwekkend gebouw met een zonnepaneeloppervlakte van 2.100 m2 met een gezamenlijk vermogen van 78 kWh. Het vermogen dat overblijft, wordt teruggeleverd aan het net. Het complex is ontworpen met als uitgangspunt architectonische vernieuwing in combinatie met duurzaamheid, milieuvriendelijkheid en energiebesparing.” Naast de zonnepanelen wordt dan ook inventief gebruik gemaakt van een glazen constructie die het gebouw, net als in een kas, op een aangename temperatuur houdt. Het complex is uitgevoerd met een zogenaamde zonneschoorsteen: een glazen gevel voor de buitenmuur van de toren. De lucht achter het glas wordt door de zon verwarmd en vervolgens langs een warmtepomp gevoerd. Zo wordt warmte uit de lucht teruggewonnen, de energie van sporters en publiek opgeslagen en benut voor ruimteverwarming. Aan de bovenzijde van de zonneschoorsteen is een opening aangebracht waarlangs het grootste deel van de gebouwventilatie op natuurlijke wijze plaatsvindt. Een windvaan op de schoorsteen, ook wel ‘gek’ genoemd, zorgt ervoor dat de ventilatieopening altijd aan de lijzijde ligt, zodat de wind meewerkt aan het creëren van een onderdruk in de te ventileren ruimten. Bij onvoldoende wind of bij veel bezoekers wordt een ventilator in beweging gezet om alsnog de gewenste ventilatiecapaciteit te kunnen garanderen. Beijer: “Verder zitten er in het sportcomplex veel nieuwe technische voorzieningen die gericht zijn op zogenaamd duurzaam bouwen. Zo zijn geen lichtschakelaars aanwezig, maar bewegingsdetectoren die automatisch het licht aanschakelen. De lichtintensiteit kan worden geregeld afhankelijk van de behoefte, etc. Hiermee is sporthal de Vlinder een voorbeeldaccommodatie voor verantwoord bouwen in Nederland.”

Energiemaatregelen

Aan dit sportcomplex hing volgens Beijer wel een prijskaartje. “Ik kan me voorstellen dat de budgetten om een energiezuinig fitnesscentrum te bouwen beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat er genoeg energiebesparende mogelijkheden zijn die niet veel geld kosten. Met isolatie kan men al veel besparen, net als toepassing van HR+++ glas. Dit zijn maatregelen die ook voor bestaande bouw gelden. Daarbij valt met dakbedekking ook veel te besparen. Vaak zijn fitnesscentra blokkendozen met een plat dak van grijs bituum. Een duurzamer alternatief is het gebruik van wit EPDM. Dit weerkaatst de zonnestralen en absorbeert de warmte niet. Hierdoor blijft de witte dakhuid en onderliggende dakbedekkingspakket veel koeler vergeleken met de donkere dakbedekkingen en er zal veel minder warmte het gebouw binnen dringen. De temperatuur onder een wit dak zal minimaal ± 5 graden Celsius dalen. Dit verhoogt het leefcomfort en verlaagt het energieverbruik van bijvoorbeeld airco’s en/of ventilatoren. Daarmee draagt witte dakbedekking onder andere bij tot verlaging van de CO2-uitstoot, het tegengaan van de opwarming van de aarde, de opvang van schoon water, verhoging van het rendement van eventueel aanwezige zonnepanelen en een lagere temperatuur in en direct rondom het gebouw wat het leef- en werkcomfort ten goede komt”, aldus Beijer.

Binnenklimaat

In veel fitnesscentra staan nog conventionele installaties: een CV-ketel voor de verwarming, een airco voor de koeling en een boiler voor het warmtapwater. Beijer vindt een warmtepomp een veel betere optie, aangezien die ook nog eens meer dan 60% energie bespaart. “Bij een warmtepomp worden er bronnen van 50 meter of dieper in de grond geboord. In deze bronnen lopen leidingen met water en glycol. Het water in de leidingen warmt zich op aan de aarde. Deze leidingen komen uit bij de warmtepomp, die de warmte verkrijgt van de aarde en deze het centrum inpompt. Een warmtepomp heeft een hoog rendement. Men stopt er 1 kW stroom in, en er komt 4 kW energie uit, een ongekend hoog rendement van maar liefst 400%. Verder kan deze pomp zomers het gebouw koelen en het tapwater verwarmen. Tegenwoordig zijn er ook lucht water/warmtepompen die werken volgens hetzelfde principe, maar i.p.v. bronnen in de bodem gebruikmaken van de buitenlucht als bron. In combinatie met een intelligent GBS (gebouwbeheersysteem), valt er nog veel meer te besparen. Wat je vaak ziet binnen een fitnesscentrum is dat de klimaatinstallatie tijdens openingstijden op volle toeren draait. Met behulp van een GBS-systeem kun je per ruimte de temperatuur instellen en dit laten afhangen van de bezettingsgraad van deze ruimte. Staan de groepsruimten overdag leeg, dan kan de temperatuur een paar graden omlaag en dat scheelt weer in het energieverbruik.”

Verlichting

Volgens Beijer is ook verlichting een belangrijke kostenpost waar 10% tot 50% op te besparen valt. “In de utiliteitsbouw bijvoorbeeld is verlichting verantwoordelijk voor circa 22% van het energieverbruik. Dit wordt bepaald door het geïnstalleerde vermogen en het aantal branduren van de lampen inclusief voorschakelapparatuur. Op dit moment bestaat nog circa 75% van de aanwezige TL-binnenverlichtingsystemen uit conventionele elektromagnetische (EM) voorschakelapparatuur. Het vervangen van deze apparatuur door energiezuinige systemen is in de praktijk soms omslachtig en kostbaar. Door gebruik te maken van in de markt beschikbare besparingsystemen en energiezuinige TLD en T5 lampen kan met beperkte kosten energiebesparing worden gerealiseerd van 10% tot 50% met hooguit gering lichtverlies. Het toepassen van LED-verlichting in openbare ruimten en werkplekken is in opkomst. Het voordeel van LED’s is de lange levensduur, er vindt nauwelijks warmteontwikkeling plaats en het is gunstig voor de ruimtetemperatuur. Bovendien kun je LED’s tegenwoordig in allerlei uitvoeringen krijgen, zelfs in RGB, waarmee je kleur kunt geven aan je fitnesscentrum.”

Sanitair

Een andere grote energiepost in de fitnesscentra is warmtapwater en het waterverbruik van toiletten. Beijer: “Je kunt eenvoudig regenwater opgevangen en dit als ‘grijs’ water gebruiken voor het doorspoelen van de toiletten. Voor warmtapwater zijn er diverse mogelijkheden, variërend van een gasgestookte boiler tot een warmtepompboiler of een zonneboiler. Deze laatste variant geniet mijn voorkeur omdat met een zonneboiler veel energie te besparen valt. Daarnaast kan warmteterugwinning uit douchewater een middel zijn om het energieverbruik te verlagen en het douchecomfort te verhogen. Het is een eenvoudig betaalbaar systeem dat bestaat uit een rechte dunne pijp-in-pijp warmtewisselaar van ruim 2 meter. Het water dat door het doucheputje naar beneden wordt afgevoerd, stroomt door de binnenste pijp naar beneden. Het koude tapwater gaat door de buitenste pijp naar boven en wordt gedeeltelijk verwarmd door het afvoerwater. Omdat het aangevoerde water al gedeeltelijk is voorverwarmd, hoeft de boiler of de Cv-ketel minder hard te werken en wordt er dus energie bespaard: er kan langer worden gedoucht met de tapwatervoorraad.”

Belangrijk weetje met betrekking tot de EIA.

Bedrijven die in 2010 investeren in energiebesparing kunnen via de Energie-investeringsaftrek (EIA) gezamenlijk een fiscaal voordeel krijgen van in totaal 150 miljoen euro. Agentschap NL (de nieuwe naam van SenterNovem) stelt jaarlijks een lijst vast van energiezuinige producten waarop EIA wordt verstrekt. Dit jaar staat ook LEDverlichting in gebouwen op deze lijst. Verder is EIA van toepassing op onder andere hoogfrequente TL-verlichting en UPS-systemen (noodvoorziening voor computers bij stroomuitval).

Energiescan

De Energiescan geeft u snel en eenvoudig inzicht in het energieverbruik van uw onderneming. De Energiescan geeft aan hoeveel u kunt besparen op onder andere verlichting, verwarming en productkoeling. Ook krijgt u een benchmark te zien. Dit is een vergelijking van uw energieverbruik met bedrijven binnen uw branche.

Advin voert energiescan en haalbaarheidsonderzoeken uit voor het verduurzamen van woningen, utiliteitsgebouwen en dus ook sportcentra. Ook geeft deze organisatie advies bij zowel nieuwbouw als de bestaande bouw. Informatie op www.advin.nl of bel 0412- 69 33 33

Wat kunt u leren van I business

body LIFE 7I2010 I

Edities