Is de “fat-burning zone” een mythe??!!

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr5 2010

health I Diabetici

I body LIFE 5I2010

Richtlijnen voor lichamelijke inspanning, sport- en beweegadviezen bij diabetici

Bij het samenstellen van een programma met fitness kan het beste begonnen worden met een geleidelijke aerobe trainingsopbouw (licht tot matig intensief) met warming-up, rekkingsoefeningen en coolingdown. De frequentie, duur en vervolgens intensiteit van bewegen dienen zorgvuldig te worden opgebouwd, zodat er de mogelijkheid is tot aanpassing van voeding, insuline en/of orale bloedglucoseverlagende middelen. Gestreefd dient te worden naar minimaal 30 minuten lichamelijke inspanning per dag met af en toe een rustdag (Nederlandse Norm Gezond Bewegen), omdat de verhoogde insulinegevoeligheid 24-48 uur aanhoudt.

Welke sporten

Volgens de NDF-werkgroep Sport en bewegen zijn de meest geschikte vormen van sport zijn duursporten, zoals wandelen, fietsen en zwemmen, waarin de intensiteit goed doseerbaar is en men zich gemakkelijker aan kan passen om de bloedglucosebalans te bewaren. Daarnaast kan het bewust omgaan met de alledaagse mogelijkheden tot een lichamelijke inspanning een bijdrage aan een actieve leefstijl leveren. Zoals b.v. de auto laten staan en te gaan fietsen of lopen, trappen lopen i.p.v. de lift nemen, de hond uitlaten, minder voor de televisie zitten, tuinieren e.d. Allerlei teamsporten , zoals hockey, volleybal, voetbal, korfbal, handbal, waterpolo, e.a. zijn ook goede mogelijkheden en zullen vooral voor jongeren aantrekkelijk zijn. Andere voorbeelden van lichamelijke inspanning zijn tai-chi, roeien, klusjes in en om het huis, dansen, MBvO (Meer Bewegen voor Ouderen) activiteiten in het kader van 55+ in beweging (NOC*NSF). Voordeel van met name MBvO is dat er een positief effect is op de zelfstandigheid en de zelfredzaamheid van de ouder wordende mens. Bij een goede conditie en de afwezigheid van gewrichtsklachten (zoals b.v. artrose) komen ook sporten als tennis, joggen, langlaufen, golf, volleybal en andere teamsporten in aanmerking. Bij heupartrose en aanwezigheid van afwijkingen aan de voeten gaat de voorkeur uit naar fietsen en zwemmen in plaats van hardlopen, wandelen of schaatsen. Naast duurtraining zijn ook interval- en krachttraining geschikt. Bij intervaltraining is wel een langzame gewenning noodzakelijk. Krachttraining dient te bestaan uit oefeningen met weinig weerstand en veel herhalingen, mits men de oefeningen technisch goed kan uitvoeren. Afgeraden worden bewegingsactiviteiten, waarbij een hypoglycemie kan leiden tot levensgevaarlijke situaties: b.v. parachutespringen, (diepzee)duiken, bergbeklimmen, en zwemmen, kanoën of roeien zonder andere mensen in de buurt.

Sportadvies

Bij een sportadvies, dat in overleg met de mens met diabetes mellitus tot stand komt, dient rekening gehouden met voorkeuren ten aanzien van bewegen, andere klachten en aandoeningen. Voorwaarde bij het starten met sporten is dat de diabetesinstelling goed is en dat onderzoek gericht op tekenen van neuropatie en micro en macro-angiopatie (hart- en vaatziekten) is gedaan.

Voorafgaand aan sportadvisering is een (sport)geneeskundig onderzoek met rust- en inspannings- ECG, bloeddrukmetingen en bepaling van het prestatieniveau aan te bevelen bij:

· langer bestaande diabetes mellitus

· oudere leeftijd

· een verhoogd risico op onderliggende hart- en vaatziekten.

· het bestaan van zo geheten late

diabetische complicaties,

Een verhoogd risico op onderliggende hart- en vaatziekten is er bij de volgende criteria:

· leeftijd > 35 jaar

· type 2 diabetes mellitus, (bij het

stellen van de diagnose type 2 bestaat

er al gemiddeld 7 jaar een gestoorde glucosetolerantie)

· type 1 diabetes mellitus langer dan 10-15 jaar bestaand (afhankelijk van de

mate van regulatie)

· roken, hypertensie, dislipidemie,

inactiviteit

· aanwezigheid van microvasculaire ziekte (retinopathie, nefropathie)

· perifeer arterieel vaatlijden

· autonome neuropathie

Hypoglycemiepreventie

Mensen met diabetes mellitus dienen een hypoglycemie tijdens en na inspanning te kunnen voorkomen. Het is onmogelijk om precies aan te geven hoeveel koolhydraten iemand extra nodig heeft, dit is individueel verschillend. Een indicatie kan zijn:

Bij mensen met type 1 diabetes mellitus en insuline-afhankelijke type 2 diabetes moet één uur tot enkele minuten voorafgaand aan het starten van lichamelijke inspanning de bloedglucoseconcentratie worden gecontroleerd. Het beloop van de glucoseconcentratie op basis van meerdere glucosewaarden is zo te beoordelen. Door ook na de inspanning te controleren kan een hypoglycemie die zelfs tot 24-48 uren na de inspanning door een hogere insulinegevoeligheid kan ontstaan, vermeden worden. Wanneer een hypoglycemie, ondanks voorzorgsmaatregelen toch optreedt, gelden de algemene richtlijnen. Ideaal is de toediening van 20 gram glucose, opgelost in een vloeistof. Indien dit niet voorhanden is kunnen andere koolhydraatbronnen worden gebruikt. Producten die bij hypoglycemie een snelle bloedglucosestijging geven:

De effecten van sport en bewegen op

diabetes kunnen als volgt worden

samengevat:

• lagere bloedglucosewaarden tijdens/ na inspanning

• lagere basale en postprandiale

insulineconcentraties

• verbeterde insulinegevoeligheid

• verbeterd lipidenprofiel

• verlaging van licht tot matig

verhoogde tensie

• toename van energieverbruik

• verbetering van cardiovasculaire

conditie

• toegenomen kracht en souplesse

• verbeterd fitheidsgevoel

• verbetering algemeen welbevinden.

Voorwaarden voor het veilig beoefenen van lichamelijke activiteiten en sport zijn: zelfcontrole kunnen toepassen, hypoglycemieherkenning en preventie. Bij de advisering dient rekening gehouden te worden met comorbiditeit en complicaties.

Bron: NDF

Studies hebben het nut van fitness bij risicogroepen voor diabetici aangetoond. Het vermindert de kans op diabetes met 46 %. Hierbij wordt uitgegaan van tenminste een training van 3 uur per week.

Bij het samenstellen van een programma met fitness kan het beste begonnen worden met een geleidelijke aerobe trainingsopbouw (licht tot matig intensief) met warming-up, rekkingsoefeningen en coolingdown. De frequentie, duur en vervolgens intensiteit van bewegen dienen zorgvuldig te worden opgebouwd, zodat er de mogelijkheid is tot aanpassing van voeding, insuline en/of orale bloedglucoseverlagende middelen. Gestreefd dient te worden naar minimaal 30 minuten lichamelijke inspanning per dag met af en toe een rustdag (Nederlandse Norm Gezond Bewegen), omdat de verhoogde insulinegevoeligheid 24-48 uur aanhoudt.

Welke sporten

Volgens de NDF-werkgroep Sport en bewegen zijn de meest geschikte vormen van sport zijn duursporten, zoals wandelen, fietsen en zwemmen, waarin de intensiteit goed doseerbaar is en men zich gemakkelijker aan kan passen om de bloedglucosebalans te bewaren. Daarnaast kan het bewust omgaan met de alledaagse mogelijkheden tot een lichamelijke inspanning een bijdrage aan een actieve leefstijl leveren. Zoals b.v. de auto laten staan en te gaan fietsen of lopen, trappen lopen i.p.v. de lift nemen, de hond uitlaten, minder voor de televisie zitten, tuinieren e.d. Allerlei teamsporten , zoals hockey, volleybal, voetbal, korfbal, handbal, waterpolo, e.a. zijn ook goede mogelijkheden en zullen vooral voor jongeren aantrekkelijk zijn. Andere voorbeelden van lichamelijke inspanning zijn tai-chi, roeien, klusjes in en om het huis, dansen, MBvO (Meer Bewegen voor Ouderen) activiteiten in het kader van 55+ in beweging (NOC*NSF). Voordeel van met name MBvO is dat er een positief effect is op de zelfstandigheid en de zelfredzaamheid van de ouder wordende mens. Bij een goede conditie en de afwezigheid van gewrichtsklachten (zoals b.v. artrose) komen ook sporten als tennis, joggen, langlaufen, golf, volleybal en andere teamsporten in aanmerking. Bij heupartrose en aanwezigheid van afwijkingen aan de voeten gaat de voorkeur uit naar fietsen en zwemmen in plaats van hardlopen, wandelen of schaatsen. Naast duurtraining zijn ook interval- en krachttraining geschikt. Bij intervaltraining is wel een langzame gewenning noodzakelijk. Krachttraining dient te bestaan uit oefeningen met weinig weerstand en veel herhalingen, mits men de oefeningen technisch goed kan uitvoeren. Afgeraden worden bewegingsactiviteiten, waarbij een hypoglycemie kan leiden tot levensgevaarlijke situaties: b.v. parachutespringen, (diepzee)duiken, bergbeklimmen, en zwemmen, kanoën of roeien zonder andere mensen in de buurt.

Sportadvies

Bij een sportadvies, dat in overleg met de mens met diabetes mellitus tot stand komt, dient rekening gehouden met voorkeuren ten aanzien van bewegen, andere klachten en aandoeningen. Voorwaarde bij het starten met sporten is dat de diabetesinstelling goed is en dat onderzoek gericht op tekenen van neuropatie en micro en macro-angiopatie (hart- en vaatziekten) is gedaan.

Voorafgaand aan sportadvisering is een (sport)geneeskundig onderzoek met rust- en inspannings- ECG, bloeddrukmetingen en bepaling van het prestatieniveau aan te bevelen bij:

· langer bestaande diabetes mellitus

· oudere leeftijd

· een verhoogd risico op onderliggende hart- en vaatziekten.

· het bestaan van zo geheten late

diabetische complicaties,

Een verhoogd risico op onderliggende hart- en vaatziekten is er bij de volgende criteria:

· leeftijd > 35 jaar

· type 2 diabetes mellitus, (bij het

stellen van de diagnose type 2 bestaat

er al gemiddeld 7 jaar een gestoorde glucosetolerantie)

· type 1 diabetes mellitus langer dan 10-15 jaar bestaand (afhankelijk van de

mate van regulatie)

· roken, hypertensie, dislipidemie,

inactiviteit

· aanwezigheid van microvasculaire ziekte (retinopathie, nefropathie)

· perifeer arterieel vaatlijden

· autonome neuropathie

Hypoglycemiepreventie

Mensen met diabetes mellitus dienen een hypoglycemie tijdens en na inspanning te kunnen voorkomen. Het is onmogelijk om precies aan te geven hoeveel koolhydraten iemand extra nodig heeft, dit is individueel verschillend. Een indicatie kan zijn:

Bij mensen met type 1 diabetes mellitus en insuline-afhankelijke type 2 diabetes moet één uur tot enkele minuten voorafgaand aan het starten van lichamelijke inspanning de bloedglucoseconcentratie worden gecontroleerd. Het beloop van de glucoseconcentratie op basis van meerdere glucosewaarden is zo te beoordelen. Door ook na de inspanning te controleren kan een hypoglycemie die zelfs tot 24-48 uren na de inspanning door een hogere insulinegevoeligheid kan ontstaan, vermeden worden. Wanneer een hypoglycemie, ondanks voorzorgsmaatregelen toch optreedt, gelden de algemene richtlijnen. Ideaal is de toediening van 20 gram glucose, opgelost in een vloeistof. Indien dit niet voorhanden is kunnen andere koolhydraatbronnen worden gebruikt. Producten die bij hypoglycemie een snelle bloedglucosestijging geven:

De effecten van sport en bewegen op

diabetes kunnen als volgt worden

samengevat:

• lagere bloedglucosewaarden tijdens/ na inspanning

• lagere basale en postprandiale

insulineconcentraties

• verbeterde insulinegevoeligheid

• verbeterd lipidenprofiel

• verlaging van licht tot matig

verhoogde tensie

• toename van energieverbruik

• verbetering van cardiovasculaire

conditie

• toegenomen kracht en souplesse

• verbeterd fitheidsgevoel

• verbetering algemeen welbevinden.

Voorwaarden voor het veilig beoefenen van lichamelijke activiteiten en sport zijn: zelfcontrole kunnen toepassen, hypoglycemieherkenning en preventie. Bij de advisering dient rekening gehouden te worden met comorbiditeit en complicaties.

Bron: NDF

Duur en type inspanning Glucosewaarde voor aanvang extra koolhydraten

30 minuten of minder Onder 5 mmol/l 10-15 gram

lichte inspanning Boven 5 mmol/l geen

30-60 minuten matige Onder 5 mmol/l 30-45 gram

inspanning Tussen 5 en 10 mmol/l 15 gram

Tussen 10 en 16 mmol/l geen

1 uur of langer matige Onder 5 mmol/l 45 gram per uur

inspanning Tussen 5 en 10 mmol/l 30-45 gram per uur

Tussen 10 en 16 mmol/l 15 gram per uur

Product Hoeveelheid Gram koolhydraten

Limonadesiroop 40 ml 20

Dextro energydrink ½ flesje/165 ml 20

Twee-/dubbeldrank 150 ml 20

Glucosetabletten 20gr/5-6 tabletten, 20

afhankelijk van merk/gewicht

body LIFE 5I2010 I

Edities