Club Optimalisatie Programma – deel 4: Klanten bepalen

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr8 2015
Klanten bepalen

Wij zijn natuurlijk de specialisten op het gebied van trainen en fitness, dus wij verzorgen de adviezen en schrijven de trainingsschema’s. Maar sluiten de adviezen en trainingsschema’s nog aan op de behoeften van de klant van vandaag? Wordt hier optimaal ingespeeld op wat de klant wil bereiken, wat zijn of haar primaire, maar ook secundaire doelstelling is?

Alle fitness trainers die de Fit!vak A opleiding hebben gevolgd en het diploma behaald hebben weten van de doelen- en motieven analyse bij de intake. Tevens wordt er een beweeg- en beweegvoorkeur analyse afgenomen en om de veilige opstart te waarborgen een PAR-Q. Er wordt in de doelen- en motieven analyse gevraagd, “Wat heb je al gedaan? Waarom ben je hier? Wat is je primaire doelstelling? Waarom juist nu? Bij de meeste sportcentra worden deze vragen in een salesgesprek gesteld, ze worden genoteerd en overgedragen aan de fitnesstrainer die de nieuwe klant gaat begeleiden bij de opstart. In de eerste trainingssessie wordt deze informatie weer naar boven gehaald en wordt een trainingsschema opgesteld wat past bij het doel van de klant. Hoe waarborg je echter dat het trainingsschema ook echt een goed op het doel van de klant afgestemd advies is?

Primaire doel

De meeste trainers stemmen het trainingsschema af op het primaire doel van de klant. De top 5 is afvallen, fitter worden, spieren ontwikkelen, uithoudingsvermogen verbeteren en een sterkere rug. Het is al een flinke uitdaging om hierin uniform te adviseren binnen een sportcentrum, elke trainer ontwikkeld nl zijn/haar eigen filosofie over de meest effectieve trainingsmethode, Structurele bijscholing is helaas nog niet verplicht om het diploma te behouden. Toch kan je er vanuit het management gemakkelijk lijn in brengen met behulp van de ACSM trainingsrichtlijnen. Hier de meest belangrijke aandachtspunten voor een trainingsschema per doelstelling;

Afvallen

De schijf van 3 toepassen, uithoudingsvermogen, 2 x per week 20 minuten opbouwen naar 40-60 minuten, spiertraining 2 a 4 keer per week, 8 a 10 oefeningen van grote spiergroepen en recreatief bewegen, elk dagdeel minimaal 10 minuten aaneensluitend en opbouwen naar 30 tot 40 minuten per dagdeel. De keuze van oefeningen is afhankelijk van een aantal andere zaken, zie verderop dit artikel, maar van belang is in ieder geval dat de grote spiergroepen zwaar getraind worden.

Fitter worden

Steeds meer mensen kiezen ‘Fitter worden, gezond blijven’ als doelstelling, wat geen specifiek doel op zich is. Hierdoor kan in het training- en beweegadvies de algemene Schijf van 3 gehanteerd worden van de World Health Organisation. 30 minuten per dag recreatief bewegen, 2 keer per week uithoudingsvermogen training voor minimaal 20 minuten en 2 keer per week spiertraining, 8 a 10 oefeningen van grote spiergroepen.

Spieren ontwikkelen

Ook voor mensen die de spieren willen ontwikkelen is bewegen en sporten volgens de schijf van 3 belangrijk. Een specifiek advies luidt: maak 8 tot 12 herhalingen en binnen die 8 tot 12 dermate zwaar dat de spieren verzuren. Bij de start is 1 set voldoende, na een paar weken heeft 2 a 3 sets per oefening de voorkeur. Vervolgens let op de supercompensatie periode van 48 tot 96 uur, optimaal is de spier weer belasten op 72 uur na de training. Dat kan betekenen, als men meer dan 3 keer per week traint, dat een splitschema moet worden toegepast. Geef elke spier dus na elke training minimaal 48 uur, maar bij voorkeur 72 uur rust, maar geef de spier niet langer rust dan 96 uur.

Uithoudingsvermogen verbeteren

Hiervoor moeten we conditioneel trainen, minimaal 20 minuten, maar bij voorkeur 40 tot 60 minuten per keer, 3 a 4 keer per week. De training moet uitdagend zijn voor de conditie, zwaarder ademen, zweetvorming, hart- en longen worden flink uitgedaagd. Deze trainingsvorm heeft een kortere supercompensatie periode, waardoor je elke 2 dagen kan trainen en bij goede conditie ook wel eens twee dagen achter elkaar. Interval training is een van de meest effectieve trainingsvormen om het uithoudingsvermogen op te bouwen.

Sterkere rug

We werken teveel met de voorkant van ons lichaam waardoor de pectoralis te kort wordt, de romboideus en trapezius te zwak en de erector spinae de rug niet meer in de normale krommingen kan houden. Daarbij zijn de beenspieren bij de meeste mensen te zwak en de onderrug en gastrocnemius en soleus te kort, waardoor iets op een veilige manier tillen lastig wordt. Om een sterke rug te waarborgen is het trainen van de squat de basis. Houding en correct tillen worden getraind. Verder mag flexibiliteit van de ventrale spieren van de romp aandacht krijgen en versterking van de retractoren van de schoudergordel. Geef ook extra tips mee voor het veilig zitten achter de PC, recht lopen en veilig tillen in het dagelijks leven. Dit is natuurlijk slechts de compacte omschrijving, echter het is al een uitdaging om elke trainer vanuit deze richtlijnen te laten adviseren.

Een volgende stap is aandacht voor de secundaire doelstelling, die op zijn minst even belangrijk is. Voor de een is dat minder moeite om trappen te lopen, de ander kan niet goed tillen of zit de hele dag, waardoor hij/zij last krijgt van de benen. Als we in kunnen gaan op beide doelstellingen en het programma daarop afstemmen, dan ontvangt de klant ook een echt eigen programma, in de plaats van een algemeen doel gerelateerd advies.

Wil je een trainersversie van dit artikel ontvangen, mail naar info@efaa.nl.

Club Optimalisatie Programma – deel 4

'De top 5 is afvallen,

fitter worden, spieren

ontwikkelen, uithoudings-vermogen verbeteren en

een sterkere rug.'

John van Heel

EFAA, j.vanheel@efaa.nl

06-53623485

Edities