Company Profile Pole Fitness

Verschenen in BodyLIFE Benelux nr1 2011

business I Company Profile

I body LIFE 1I2011

De opkomst van ketens, bouw van nieuwe single clubs en uitbreiding van bestaande centra zorgen op steeds meer plaatsen in Nederland voor een verdringingsmarkt in de fitnessbranche. Dit heeft het afgelopen jaar geleid tot stevige (prijs)concurrentie. Tegelijkertijd is gekwalificeerd personeel met de juiste aandacht voor de klant schaars in de fitnessbranche. Kostenbesparingen en vernieuwing voeren de boventoon. Aanleiding voor DM Pole Fitness om een ingrijpende wijziging in de licentiestructuur door te voeren. De licentiebijdrage van de sportschoolhouder vervalt en in plaats daarvan worden de instructrices de licentiehouder.

Drukst bezette groepsfitnessles

Pole fitness werd vijf jaar geleden voor het eerst geïntroduceerd als high/impact workout speciaal ontwikkeld voor vrouwen, waar intensief en effectief wordt getraind op kracht en algemeen uithoudingsvermogen. Denise Mulder, grondlegger van Pole fitness in Nederland, ontwikkelde een uniek trainingsprogramma dat een combinatie van Gogo-aerobics en paaltechnieken omvat en haalde toentertijd de gemeente Amsterdam persoonlijk over om een paal in een dansstudio te zetten; om er vervolgens een fitnessinstrument van te maken.

Jan Koster, eigenaar van 3 fitnesslocaties in Delft, is Pole fitness aanbieder van het eerste uur. Ruim vier jaar geleden was hij de early adopter van het Pole fitness concept. Met enige trots vertelt Koster: ´Ik wil altijd het nieuwste van het nieuwste op mijn locaties. Ik ben bijna vijf jaar geleden begonnen en het is tot op heden nog altijd één van mijn best bezette groepen. Zelfs in de vakantietijd zitten deze lessen hartstikke vol. We kunnen een maximum van 28 personen aan en de opkomst is altijd groter dan 20. En dat vier keer in de week.’

Bij Orange Health Club in Rijen sloeg het concept ook in als een bom. ‘Het was meteen volle bak’, vertelt club manager Marjan Gorissen, die verantwoordelijk is voor de dagelijkse leiding bij Orange Health Club en daarnaast zelf 13 uur in de week groepslessen geeft. ‘Ik ben elk jaar op zoek naar een nieuwe activiteit. Afgelopen jaar heb ik Denise Mulder uitgenodigd om een demonstratie te komen geven en dat was meteen een enorm succes.´ Gorissen heeft zes palen aangekocht. ‘Eigenlijk wilde ik met minder palen starten, maar ik had zoveel aanmeldingen…’ Aan de huidige cursus nemen 28 dames en 2 heren deel; overwegend dertigplussers.

Sportcentrum Olympos in Utrecht startte eveneens afgelopen zomer met Pole fitness. Manon Snijders, groepsfitnesscoördinator bij Olympos en daarnaast als zzp-er werkzaam bij vier verschillende sportscholen, ontdekte Pole fitness samen met haar collega Mirjam Berkhout op de beurs Fit!vak. ‘Je wilt als sportschool graag vernieuwend zijn en producten en diensten aanbieden die bij de doelgroep passen. Omdat wij naast de Universiteit Utrecht zijn gevestigd, hebben wij meer jongeren dan de gemiddelde sportschool. Ik denk dat Pole fitness heel goed aansluit op die doelgroep. We hadden de ruimte dus toen hebben we ervoor gekozen om het op het rooster te zetten.’

Gecertificeerde instructrices

Door het toenemende succes stijgt de vraag naar gekwalificeerde Pole fitness-instructrices navenant. Het aanbod van instructrices vanuit sportscholen is echter beperkt. Belangrijke redenen waarom DM Pole Fitness, het bedrijf van Denise Mulder, een wijziging in de licentiestructuur doorvoert. De licentie die de sportschool afneemt om de Pole fitness formule te voeren, komt te liggen bij de instructrices die worden opgeleid door DM Pole Fitness. De licentiebijdrage vervalt dus en in plaats daarvan maken sportscholen gebruik van een gecertificeerde Pole fitness-instructrice. ‘In de nieuwe licentiestructuur komt de nadruk veel sterker te liggen op het opleiden en leveren van kwalitatief goede instructrices’, licht Mulder toe.

Snijders ziet hier als zzp-er zeker wel de voordelen van in. ‘Dit is wel het concept waar zzp-ers graag naar toe willen, zodat we niet zijn gebonden aan een bepaalde sportschool.’ Vanuit haar rol als groepsfitnesscoördinator onderschrijft zij het belang van een goede instructrice. ´Je wilt graag een betrouwbaar persoon die haar afspraken nakomt, de visie van de sportschool kan uitdragen en tegelijkertijd veiligheid in de lessen kan bieden.’ Ze vraagt zich echter wel af hoe de kwaliteit gewaarborgd blijft. ‘Het is voor de sportschool fijn dat het geen licentiekosten heeft en geen risico draagt, maar hoe kan je controleren of een instructrice daadwerkelijk de cursussen blijft volgen? Je mag aannemen dat de instructrice zelf de verantwoordelijkheid neemt, maar niet iedere sportschoolhouder vraagt altijd naar licentiepapieren.’

Mulder reageert hierop met: ‘Om gecertificeerd te blijven, moeten de instructrices ten minste twee maal per jaar deelnemen aan de instructricetrainingen waardoor ze continu op de hoogte blijven van de laatste technieken en ontwikkelingen. Wij controleren dit en het zal leiden tot meer en zeer gemotiveerde instructrices, waardoor vervanging bij bijvoorbeeld ziekte eenvoudiger gaat.’

Ook Koster onderschrijft het belang van goede instructrices. Schaarste kent hij overigens niet. ‘Uit de groep zijn een aantal heel goede meiden naar voren gekomen die tot instructrice zijn opgeleid. Dat werkt weer aanstekelijk op andere meiden die dan zeggen: ”Hee, dat lijkt mij ook leuk om te doen”’, legt Koster uit hoe hij aan zijn instructrices is gekomen. Zijn instructrices volgen hun opleiding ook bij DM Pole Fitness. Ze worden regelmatig gevraagd om op andere locaties les te geven.

Gorissen denkt dat de voordelen van de nieuwe structuur voor iedereen heel verschillend zijn. Het ziekteprobleem is bij haar niet echt aan de orde, want ze geeft de lessen zelf samen met een collega. ‘Ik heb in de afgelopen 6 jaar geen enkele ziektedag op mijn naam staan.’ Het is volgens haar wel van essentieel belang om een goede instructrice te hebben, op alle fronten. ´Niet alleen voor de veiligheid maar ook voor het vasthouden van een groep. Als instructrice moet je je hart en ziel erin leggen.´ En dat lukt Gorissen aardig, want van de 30 deelnemers gaat nagenoeg iedereen mee naar de volgende cursus.

Niveauverschillen

Het lesprogramma wordt bij de gemiddelde sportschool aangeboden in cursussen van acht of tien weken. Gedurende zo´n cursus ontstaan er vaak al snel niveauverschillen. Gorissen weet wel hoe ze hiermee om moet gaan. ‘Het fun-gehalte moet voor iedereen hoog zijn. En juist als je cursisten succesvol technieken kunt aanleren, die in eerste instantie maar moeizaam lukken, dan geeft je dat als instructrice een megagoed gevoel.’

Voor de cursisten die zich aanzienlijk sneller ontwikkelen dan anderen of Pole fitness al gedurende een langere periode doen, is het een ander verhaal. ‘Voor de meeste vrouwen blijft het bij een wekelijks uitje, maar voor een elite is het een ware topsport geworden. Drie keer in de week of meer trainen is hen niet ongewoon. Dit soort dames heeft veelal behoefte aan een instructrice op advanced level’, weet Mulder, waarmee zij bedoelt dat vergevorderde cursisten zijn gebaat bij een instructrice die (ver)gevorderde technieken beheerst en kan aanleren. ‘Uit onze ervaring blijkt dat fanatiekelingen bereid zijn om te reizen voor een instructrice. Een instructrice met een hoog niveau zal dus vanuit grote omtrek klanten aantrekken voor gevorderde en vergevorderde lessen’, zegt Mulder. Het niveau van een instructrice is sinds kort te vinden via de zogenoemde levellocater op de vernieuwde website van DM Pole Fitness.

Onderscheidend vermogen

Anno 2011 is Pole fitness succesvol in 40 fitnesscentra door heel Nederland en de markt hiervoor is nog lang niet verzadigd. ‘Door het toenemend succes van de danspaal als fitnessinstrument, zijn steeds meer vrouwen van alle leeftijden en achtergronden in sportscholen te vinden om aan deze moderne fitnessvariant deel te nemen’, zegt Mulder en concludeert: ´Met Pole fitness kunnen fitnesscentra zich onderscheiden met een relatief zeer lage investering. De nieuwe licentiestructuur zorgt voor kwalitatief goede instructrices die persoonlijke aandacht voor iedere klant bieden.’ Bovendien kan Pole fitness nog meer mogelijkheden voor exploitatie bieden, afhankelijk van de positionering van de sportschool. Iets wat Olympos in Utrecht momenteel onderzoekt. ‘Door onze locatie hebben we legio mogelijkheden. We denken bijvoorbeeld aan arrangementen voor bijvoorbeeld teambuildingsuitjes of vrijgezellenfeestjes’, zegt Snijders. In de toekomst verwacht Snijders het concept dus nog breder te kunnen gaan inzetten.

Bekijk onze vernieuwde website van

DM Pole Fitness, www.polefitness.com

Mensen hebben uiteenlopende doelen en motieven om te gaan bewegen. Conditie verbeteren, afvallen, sociale contacten, preventie, revalidatie of een combinatie van deze aspecten. Om een goed trainingsprogramma te kunnen samenstellen, lijkt testen en meten van de persoon in kwestie een eerste vereiste. De redactie van BodyLIFE vroeg de mening van een aantal toeleveranciers van test- en meetapparatuur.

Testen en meten: absolute noodzaak of bijzaak?

Mark Verhaegen van Indoor-powermanagement vindt dat je zonder referentiewaarde geen enkel persoon professioneel kunt begeleiden. "Als je als club, trainer of fysiotherapeut de intentie hebt om de klant te begeleiden, dan zal dit moeten gebeuren aan de hand van een inspanningtest. Deze kan men tegenwoordig gemakkelijk monitoren en analyseren en inzichtelijk maken voor de klant."

Rick Kaale van Weda B.V. vindt testen en meten een noodzaak voor de fitnessbranche. "Je kunt hiermee een ijkpunt maken bij de intake van de klant en hem daardoor beter en specifieker begeleiden. Hiermee kunnen volgens hem fitnesscentra zich onderscheiden in de markt en kan er bovendien klantbinding (retentie) mee gecreëerd worden."

Voor Jan Willem Wisselink van Biometrics geldt meten = weten! "Niet alleen de behandelaar, maar ook de zorgverzekeraars willen tegenwoordig meetgegevens zien. Voor de fysiotherapeut is meten een noodzaak. Daarnaast zien we ook steeds meer interesse voor test- en meetapparatuur vanuit de fitnesscentra. Dit om een gefundeerd trainingsschema samen te kunnen stellen, of voor trainingsoptimalisatie en fitheidtesten."

Jef Geys van Primefit is van oordeel dat testen nuttig kan zijn, maar het moet wel direct bruikbare informatie opleveren (voor het opstellen van een trainingsprogramma of voedingsschema). Jef vindt dat je niet moet testen om maar te testen. â€œIets wat we kunnen zien hoeft niet meteen getest te worden. Overgewicht bijvoorbeeld gaat automatisch gepaard met een zwakke conditie. Testen bij mensen met een verhoogd BMI heeft geen zin. In alle andere gevallen wel.”

Marita Ketelaar van Polar ziet duidelijk de noodzaak van testen en meten in. Dit om vooruitgang inzichtelijk te maken en te realiseren. “Het haalt het giswerk uit de training voor zowel de klant als de instructeur, en motiveert beiden.”

Teun Kapteijns van Adaptics merkt dat gezondheidstesten tegenwoordig een 'hot topic' is. Vele sport- en fitnesscentra bieden dan ook om diverse redenen gezondheids, fitheids- en medische testen aan. “Daar worden diverse methodes voor gebruikt. Wij passen de health & performance methodiek toe, waarbij we de prestatie of het doel voorop stellen, want niet de methode maar het doel is leidend voor een test.”

Jan de Jong van V-Check vindt als je iets wilt veranderen, en zeker bij het veranderen van het gedrag, bewustwording belangrijk is. “Weten waar je staat en waar je naar toe wilt. Dit geldt zeker als men de leefstijl wil veranderen en zich vitaler wil voelen. De leefstijl, het dagelijkse gedrag moet verbeterd worden en hoe kan dit beter dan als je weet waar je nu staat en vooral: weten wat je moet doen om het te wijzigen. De V-Check meet de vitaliteit en het apparaat zelf geeft duidelijke aanbevelingen. Zodat men gestructureerd en effectief aan de slag kan gaan.

Het is nu bijvoorbeeld de tijd van de goede voornemens. Afvallen staat op nummer 1 met verder in de top 3 meer ontspannen en meer bewegen. Iedereen kan een dieet volgen voor korte of langere tijd maar iedereen kent ook het jojo-effect. Het is dan ook veel beter om de leefstijl te veranderen met aanpassing van de voeding en meer bewegen. Dit geeft een langdurig resultaat en meer effect.”

Toegevoegde waarde

Uit bovenstaande reacties blijkt dat iedereen het nut en de noodzaak van testen en meten inziet. Maar biedt het ook toegevoegde waarde? Volgens Jan de Jong van V-Check zijn er twee belangrijke toegevoegde waarden voor fitnesscentra. “Met V-Check kan een fitnesscentrum zich profileren als lifestyle centrum en andere doelgroepen dan de huidige benaderen. Bijvoorbeeld met het aanbieden van speciale vitaliteitsworkshops. Een gezonde leefstijl treft de hele bevolking en niet alleen degenen die in het fitnesscentrum komen.

Daarnaast kan V-Check een belangrijke rol spelen bij het verhogen van de retentie van nieuwe en huidige leden. V-Check geeft niet alleen aan welke trainingstijden optimaal zijn om blessures te voorkomen, maar ook aanbevelingen voor voeding en ontspanning. Men zal zich vitaler gaan voelen en deze beloning zal ervoor zorgen dat men het langer kan volhouden.”

Mark Verhaegen van Indoorpower-management stelt dat de huidige apparatuur in staat is om elke inspanning te monitoren en daar feedback over te geven, en tevens een garantie biedt voor kwaliteit. Samenwerking met sportartsen hierbij geeft een professionele begeleiding en uitstraling voor de club.

Volgens Jef Geys van Primefit biedt een test in de eerste plaats een objectieve beginsituatie van een klant. â€œDeze informatie samen met de resultaten van het vraaggesprek, stelt ons in staat om een efficiënt en individueel trainingsplan op te stellen. Op deze manier kan men de klant ook langer binden aan het centrum. De termijn om vooropgestelde doelstellingen te halen kunnen veel nauwkeuriger worden ingeschat waardoor men eerlijke informatie kan verstrekken over het bereiken van individuele resultaten.”

Marita Ketelaar van Polar is van mening dat testen en meten de verschillende deelgebieden van fitheid zichtbaar maakt waarop een kant vooruitgang kan boeken. “De klant is loyaler aan het fitnesscentrum en het centrum wordt als onmisbare trainingspartner gezien. Daarnaast creëert de ondernemer meerdere contactmomenten en biedt het testen en meten een vangnet voor leden die dreigen hun abonnement te beëindigen.”

Teun Kapteijns van Adaptics denkt dat mits de testeisen goed in ogenschouw worden genomen een gezondheidstest zeer veel toegevoegde waarde hebben. “Nadat het specifieke doel van een gezondheidstest in kaart is gebracht dient een test aan bepaalde eisen te voldoen om een goede, betrouwbare en representatieve meting genoemd te mogen worden:

Betrouwbaar, valide, goede toepassing van normen en referentiewaarde, risico profilering, kostenaspect (doorloop en testmateriaal), uitvoerbaarheid en veiligheid.”

Afnemen van de test

Op de vraag wie nu binnen het fitnesscentrum verantwoordelijk is voor het afnemen van de testen wordt verschillende geantwoord. Jan de Jong van V-Check: “V-Check is niet zomaar een test. Het is een innovatieve medisch-gevalideerde vitaliteitstest met aanbevelingen voor voeding, beweging en ontspanning. Kennis op deze gebieden is dan ook vereist. Tevens is kennis van fysiologie en gedragsverandering een vereiste. Dat betekent dat bij voorkeur een fysiotherapeut of personal trainer (bijv. EREP niveau 4+ of NASM) het meest geschikt is.”

Jan Willem Wisselink van Biometrics vindt dat het iemand moet zijn die kennis van zaken heeft. “Voor sommige testen volstaat een fitnessinstructeur prima. Voor andere testen zal een deskundige nodig zijn of iemand die een training van het betreffende product heeft gehad.”

Mark Verhaegen van Indoorpower-management zegt dat in principe elke instructeur een inspanningtest afnemen. “Echter is het belangrijk om te weten waar je voor test en hoe nauwkeurig je dit wilt laten gebeuren. Er zijn zoveel verschillende manieren van testen, elke test heeft zo wel zijn voor- en nadelen. Echte inspanningstesten met VO2max meting, longfunctie meting, lactaat meting en ECG meting dient te gebeuren in een sport medische polikliniek.”

Het afnemen van een test kan volgens Jef Geys van Primefit in principe door iedereen gebeuren aangezien de resultaten niet afhankelijk zijn van de persoon die de test afneemt. â€œDe interpretatie ervan is een andere zaak en hiervoor is er wel enige deskundigheid vereist. Hoe dikwijls gebeurt het niet dat eenzelfde resultaat door verschillende mensen anders wordt geïnterpreteerd. Hiervoor is een opleiding vereist en persoonlijke ervaring.” 

Marita Ketelaar van Polar Testen vindt dat testen door de instructeur dient te gebeuren, gezien ook zijn betrokkenheid bij de sporters. “Bovendien is dit de enige manier om de continuïteit en kostenstructuur van een fitnesscentrum te bewaken. Een fitnesscentrum is sport- en fitheid georiënteerd en dit vraagt om sport- en fitheid georiënteerde begeleiding. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat het centrum met gevalideerde en gestandaardiseerde testprotocollen werkt waarmee afwijkingen (veroorzaakt door de instructeur) worden geminimaliseerd.”

Teun Kapteijns van Adaptics: “Wanneer de testmethode, referentiewaarde en opvolging gestandaardiseerd is, hoeft de begeleider van een fittest of healthcheck geen (para)medisch deskundige te zijn. Het is echter wel essentieel dat deze professioneel een gedegen opleiding krijgt in het testen en meten en interpreteren van basale testresultaten. Het is daarnaast belangrijk dat er in de achterwacht een arts paraat staat. Hiervoor kan een (huis)arts of een ziekenhuis in de omgeving als partner betrokken worden. Voor medische onderzoeken of inspanningstesten is het essentieel dat er een (sport)arts aanwezig is.”

Tenslotte bieden alle in het artikel genoemde toeleveranciers een training aan bij de implementatie van de test- en meetapparatuur in het fitnesscentrum. Dit varieert van een basistraining van een dag tot een meerdaagse opleiding. Conclusie: testen en meten heeft wel degelijk zin en is zeker geen bijzaak!

Productoverzicht Test- en Meetapparatuur I business

body LIFE 1I2011 I

Mark Verhaegen van Indoor-powermanagement vindt dat je zonder referentiewaarde geen enkel persoon professioneel kunt begeleiden. "Als je als club, trainer of fysiotherapeut de intentie hebt om de klant te begeleiden, dan zal dit moeten gebeuren aan de hand van een inspanningtest. Deze kan men tegenwoordig gemakkelijk monitoren en analyseren en inzichtelijk maken voor de klant."

Rick Kaale van Weda B.V. vindt testen en meten een noodzaak voor de fitnessbranche. "Je kunt hiermee een ijkpunt maken bij de intake van de klant en hem daardoor beter en specifieker begeleiden. Hiermee kunnen volgens hem fitnesscentra zich onderscheiden in de markt en kan er bovendien klantbinding (retentie) mee gecreëerd worden."

Voor Jan Willem Wisselink van Biometrics geldt meten = weten! "Niet alleen de behandelaar, maar ook de zorgverzekeraars willen tegenwoordig meetgegevens zien. Voor de fysiotherapeut is meten een noodzaak. Daarnaast zien we ook steeds meer interesse voor test- en meetapparatuur vanuit de fitnesscentra. Dit om een gefundeerd trainingsschema samen te kunnen stellen, of voor trainingsoptimalisatie en fitheidtesten."

Jef Geys van Primefit is van oordeel dat testen nuttig kan zijn, maar het moet wel direct bruikbare informatie opleveren (voor het opstellen van een trainingsprogramma of voedingsschema). Jef vindt dat je niet moet testen om maar te testen. â€œIets wat we kunnen zien hoeft niet meteen getest te worden. Overgewicht bijvoorbeeld gaat automatisch gepaard met een zwakke conditie. Testen bij mensen met een verhoogd BMI heeft geen zin. In alle andere gevallen wel.”

Marita Ketelaar van Polar ziet duidelijk de noodzaak van testen en meten in. Dit om vooruitgang inzichtelijk te maken en te realiseren. “Het haalt het giswerk uit de training voor zowel de klant als de instructeur, en motiveert beiden.”

Teun Kapteijns van Adaptics merkt dat gezondheidstesten tegenwoordig een 'hot topic' is. Vele sport- en fitnesscentra bieden dan ook om diverse redenen gezondheids, fitheids- en medische testen aan. “Daar worden diverse methodes voor gebruikt. Wij passen de health & performance methodiek toe, waarbij we de prestatie of het doel voorop stellen, want niet de methode maar het doel is leidend voor een test.”

Jan de Jong van V-Check vindt als je iets wilt veranderen, en zeker bij het veranderen van het gedrag, bewustwording belangrijk is. “Weten waar je staat en waar je naar toe wilt. Dit geldt zeker als men de leefstijl wil veranderen en zich vitaler wil voelen. De leefstijl, het dagelijkse gedrag moet verbeterd worden en hoe kan dit beter dan als je weet waar je nu staat en vooral: weten wat je moet doen om het te wijzigen. De V-Check meet de vitaliteit en het apparaat zelf geeft duidelijke aanbevelingen. Zodat men gestructureerd en effectief aan de slag kan gaan.

Het is nu bijvoorbeeld de tijd van de goede voornemens. Afvallen staat op nummer 1 met verder in de top 3 meer ontspannen en meer bewegen. Iedereen kan een dieet volgen voor korte of langere tijd maar iedereen kent ook het jojo-effect. Het is dan ook veel beter om de leefstijl te veranderen met aanpassing van de voeding en meer bewegen. Dit geeft een langdurig resultaat en meer effect.”

Toegevoegde waarde

Uit bovenstaande reacties blijkt dat iedereen het nut en de noodzaak van testen en meten inziet. Maar biedt het ook toegevoegde waarde? Volgens Jan de Jong van V-Check zijn er twee belangrijke toegevoegde waarden voor fitnesscentra. “Met V-Check kan een fitnesscentrum zich profileren als lifestyle centrum en andere doelgroepen dan de huidige benaderen. Bijvoorbeeld met het aanbieden van speciale vitaliteitsworkshops. Een gezonde leefstijl treft de hele bevolking en niet alleen degenen die in het fitnesscentrum komen.

Daarnaast kan V-Check een belangrijke rol spelen bij het verhogen van de retentie van nieuwe en huidige leden. V-Check geeft niet alleen aan welke trainingstijden optimaal zijn om blessures te voorkomen, maar ook aanbevelingen voor voeding en ontspanning. Men zal zich vitaler gaan voelen en deze beloning zal ervoor zorgen dat men het langer kan volhouden.”

Mark Verhaegen van Indoorpower-management stelt dat de huidige apparatuur in staat is om elke inspanning te monitoren en daar feedback over te geven, en tevens een garantie biedt voor kwaliteit. Samenwerking met sportartsen hierbij geeft een professionele begeleiding en uitstraling voor de club.

Volgens Jef Geys van Primefit biedt een test in de eerste plaats een objectieve beginsituatie van een klant. â€œDeze informatie samen met de resultaten van het vraaggesprek, stelt ons in staat om een efficiënt en individueel trainingsplan op te stellen. Op deze manier kan men de klant ook langer binden aan het centrum. De termijn om vooropgestelde doelstellingen te halen kunnen veel nauwkeuriger worden ingeschat waardoor men eerlijke informatie kan verstrekken over het bereiken van individuele resultaten.”

Marita Ketelaar van Polar is van mening dat testen en meten de verschillende deelgebieden van fitheid zichtbaar maakt waarop een kant vooruitgang kan boeken. “De klant is loyaler aan het fitnesscentrum en het centrum wordt als onmisbare trainingspartner gezien. Daarnaast creëert de ondernemer meerdere contactmomenten en biedt het testen en meten een vangnet voor leden die dreigen hun abonnement te beëindigen.”

Teun Kapteijns van Adaptics denkt dat mits de testeisen goed in ogenschouw worden genomen een gezondheidstest zeer veel toegevoegde waarde hebben. “Nadat het specifieke doel van een gezondheidstest in kaart is gebracht dient een test aan bepaalde eisen te voldoen om een goede, betrouwbare en representatieve meting genoemd te mogen worden:

Betrouwbaar, valide, goede toepassing van normen en referentiewaarde, risico profilering, kostenaspect (doorloop en testmateriaal), uitvoerbaarheid en veiligheid.”

Afnemen van de test

Op de vraag wie nu binnen het fitnesscentrum verantwoordelijk is voor het afnemen van de testen wordt verschillende geantwoord. Jan de Jong van V-Check: “V-Check is niet zomaar een test. Het is een innovatieve medisch-gevalideerde vitaliteitstest met aanbevelingen voor voeding, beweging en ontspanning. Kennis op deze gebieden is dan ook vereist. Tevens is kennis van fysiologie en gedragsverandering een vereiste. Dat betekent dat bij voorkeur een fysiotherapeut of personal trainer (bijv. EREP niveau 4+ of NASM) het meest geschikt is.”

Jan Willem Wisselink van Biometrics vindt dat het iemand moet zijn die kennis van zaken heeft. “Voor sommige testen volstaat een fitnessinstructeur prima. Voor andere testen zal een deskundige nodig zijn of iemand die een training van het betreffende product heeft gehad.”

Mark Verhaegen van Indoorpower-management zegt dat in principe elke instructeur een inspanningtest afnemen. “Echter is het belangrijk om te weten waar je voor test en hoe nauwkeurig je dit wilt laten gebeuren. Er zijn zoveel verschillende manieren van testen, elke test heeft zo wel zijn voor- en nadelen. Echte inspanningstesten met VO2max meting, longfunctie meting, lactaat meting en ECG meting dient te gebeuren in een sport medische polikliniek.”

Het afnemen van een test kan volgens Jef Geys van Primefit in principe door iedereen gebeuren aangezien de resultaten niet afhankelijk zijn van de persoon die de test afneemt. â€œDe interpretatie ervan is een andere zaak en hiervoor is er wel enige deskundigheid vereist. Hoe dikwijls gebeurt het niet dat eenzelfde resultaat door verschillende mensen anders wordt geïnterpreteerd. Hiervoor is een opleiding vereist en persoonlijke ervaring.” 

Marita Ketelaar van Polar Testen vindt dat testen door de instructeur dient te gebeuren, gezien ook zijn betrokkenheid bij de sporters. “Bovendien is dit de enige manier om de continuïteit en kostenstructuur van een fitnesscentrum te bewaken. Een fitnesscentrum is sport- en fitheid georiënteerd en dit vraagt om sport- en fitheid georiënteerde begeleiding. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat het centrum met gevalideerde en gestandaardiseerde testprotocollen werkt waarmee afwijkingen (veroorzaakt door de instructeur) worden geminimaliseerd.”

Teun Kapteijns van Adaptics: “Wanneer de testmethode, referentiewaarde en opvolging gestandaardiseerd is, hoeft de begeleider van een fittest of healthcheck geen (para)medisch deskundige te zijn. Het is echter wel essentieel dat deze professioneel een gedegen opleiding krijgt in het testen en meten en interpreteren van basale testresultaten. Het is daarnaast belangrijk dat er in de achterwacht een arts paraat staat. Hiervoor kan een (huis)arts of een ziekenhuis in de omgeving als partner betrokken worden. Voor medische onderzoeken of inspanningstesten is het essentieel dat er een (sport)arts aanwezig is.”

Tenslotte bieden alle in het artikel genoemde toeleveranciers een training aan bij de implementatie van de test- en meetapparatuur in het fitnesscentrum. Dit varieert van een basistraining van een dag tot een meerdaagse opleiding. Conclusie: testen en meten heeft wel degelijk zin en is zeker geen bijzaak!

Edities